H605 אָנַשׁ
onheelbaar, dodelijk, verderfelijk, ziekte, ongeneeslijke, krank, smartelijk, dodelijk, pijnlijk
2 Samuel 12:15 | Toen ging Nathan naar zijn huis. En de HEERE sloeg het kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het zeer krank werd. |
Job 34:6 | Ik moet liegen in mijn recht; mijn pijl is smartelijk zonder overtreding. |
Jesaja 17:11 | Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, zult gij [die] doen wassen, en in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; [doch] het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in den dag der krankheid en der pijnlijke smart. |
Jeremia 15:18 | Waarom is mijn pijn steeds durende, en mijn plage smartelijk? Zij weigert geheeld te worden; zoudt Gij mij ganselijk zijn als een leugenachtige, [als] wateren, [die] niet bestendig zijn? |
Jeremia 17:9 | Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? |
Jeremia 17:16 | Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U [betaamde]; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet [het]; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest. |
Jeremia 30:12 | Want zo zegt de HEERE: Uw breuk is dodelijk, uw plage is smartelijk. |
Jeremia 30:15 | Wat krijt gij over uw breuk, [dat] uw smart dodelijk is? Om de grootheid uwer ongerechtigheid, [omdat] uw zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. |
Micha 1:9 | Want haar plagen zijn dodelijk; want zij zijn gekomen tot aan Juda; hij is geraakt tot aan de poort mijns volks, tot aan Jeruzalem. |