H702 אַרְבַּע
vier, veertien, veertig, veertiende, vierhonderd, in samenstellingen: veertien, vier(de)
Numeri 7:8 | En vier wagens en acht runderen gaf hij den zonen van Merari, naar hun dienst; onder de hand van Ithamar, den zoon van Aaron, den priester. |
Numeri 7:85 | Een zilveren schotel was van honderd dertig [sikkelen], en een sprengbekken van zeventig; al het zilver van de vaten was twee duizend en vierhonderd [sikkelen], naar den sikkel des heiligdoms. |
Numeri 7:88 | En al de runderen ten dankoffer waren vier en twintig varren, de rammen zestig, de bokken zestig, de eenjarige lammeren zestig. Dit is de inwijding des altaars, nadat hetzelve gezalfd was. |
Numeri 9:3 | Op den veertienden dag in deze maand, tussen twee avonden zult gij dat houden, op zijn gezetten tijd; naar al zijn inzettingen, en naar al zijn rechten zult gij dat houden. |
Numeri 9:5 | En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinaï; naar alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israëls. |
Numeri 9:11 | In de tweede maand, op den veertienden dag, tussen de twee avonden, zullen zij dat houden; met ongezuurde [broden] en bittere saus zullen zij dat eten. |
Numeri 16:49 | Die nu aan die plaag gestorven zijn, waren veertien duizend en zevenhonderd, behalve die gestorven waren om de zaak van Korach. |
Numeri 25:9 | Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend. |
Numeri 26:25 | Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd. |
Numeri 26:43 | Al de geslachten der Suhamieten, naar hun getelden, waren vier en zestig duizend en vierhonderd. |
Numeri 26:47 | Dat zijn de geslachten der zonen van Aser, naar hun getelden: drie en vijftig duizend en vierhonderd. |
Numeri 26:50 | Dat zijn de geslachten van Nafthali, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en vierhonderd. |
Numeri 28:16 | En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE. |
Numeri 29:13 | En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn; |
Numeri 29:15 | En tot elk een tiende tot een lam, tot die veertien lammeren toe; |
Numeri 29:17 | Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:20 | En op den dertienden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:23 | Verder op den vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:26 | En op den vijfden dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige lammeren; |
Numeri 29:29 | Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren; |