H959 בָּזָה
versmaden, geringachten, verachtelijk, veracht, verachters, verachten

Bijbelteksten

Psalm 73:20Als een droom na het ontwaken! Als Gij opwaakt, o Heere, [dan] zult Gij hun beeld verachten.
Psalm 102:18Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, die gans ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed;
Psalm 119:141Ik ben klein en veracht, [doch] Uw bevelen vergeet ik niet.
Spreuken 14:2Die in zijn oprechtheid wandelt, vreest den HEERE; maar die afwijkt in zijn wegen, veracht Hem.
Spreuken 15:20Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.
Spreuken 19:16Die het gebod bewaart, bewaart zijn ziel; die zijn wegen veracht, zal sterven.
Prediker 9:16Toen zeide ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, en zijn woorden niet waren gehoord geweest.
Jesaja 37:22Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.
Jesaja 53:3Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
Jeremia 22:28Is dan deze man Chonia een veracht, verstrooid, afgodisch beeld? Of is hij een vat, waaraan men geen lust heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad uitgeworpen, ja, weggeworpen in een land, dat zij niet kennen?
Jeremia 49:15Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen, veracht onder de mensen.
Ezechiel 16:59Want alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal u ook doen, gelijk als gij gedaan hebt, die den eed veracht hebt, brekende het verbond.
Ezechiel 17:16[Zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo hij niet in de plaats des konings, die hem koning gemaakt heeft, wiens eed hij veracht, en wiens verbond hij gebroken heeft, bij hem in het midden van Babel zal sterven!
Ezechiel 17:18Want hij heeft den eed veracht, brekende het verbond, daar hij, ziet, zijn hand gegeven had; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft, zal hij niet ontkomen.
Ezechiel 17:19Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: [Zo waarachtig als] Ik leef, zo Ik Mijn eed, dien hij veracht heeft, en Mijn verbond, dat hij gebroken heeft, datzelve niet op zijn hoofd geve!
Ezechiel 22:8Mijn heilige dingen hebt gij veracht, en Mijn sabbatten hebt gij ontheiligd.
Daniel 11:21Daarna zal er een verachte in zijn staat staan, denwelken men de koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid komen, en het koninkrijk door vleierijen bemachtigen.
Obadja 1:2Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen, gij zijt zeer veracht.
Maleachi 1:6Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters, verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam?
Maleachi 1:7Gij brengt op Mijn altaar verontreinigd brood, en zegt: Waarmede verontreinigen wij U? Daarmede, dat gij zegt: Des HEEREN tafel is verachtelijk.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech