H1320 בָּשָׂר
lichaam, offervlees, vlees

Bijbelteksten

2 Kronieken 32:8Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de HEERE, onze God, om ons te helpen, en om onze krijgen te krijgen. En het volk steunde op de woorden van Jehizkia, den koning van Juda.
Nehemia 5:5Nu is toch ons vlees als het vlees onzer broederen, onze kinderen zijn als hun kinderen; en ziet, wij onderwerpen onze zonen en onze dochteren tot dienstknechten; ja, er zijn enige van onze dochteren onderworpen, dat zij in de macht onzer handen niet zijn; en anderen hebben onze akkers en onze wijngaarden.
Job 2:5Doch strek nu Uw hand uit, en tast zijn gebeente en zijn vlees aan; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen!
Job 4:15Toen ging voorbij mijn aangezicht een geest; hij deed het haar mijns vleses te berge rijzen.
Job 6:12Is mijn kracht stenen kracht? Is mijn vlees staal?
Job 7:5Mijn vlees is met het gewormte en met het gruis des stofs bekleed; mijn huid is gekliefd en verachtelijk geworden.
Job 10:4Hebt Gij vleselijke ogen, ziet Gij, gelijk een mens ziet?
Job 10:11Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten;
Job 12:10In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.
Job 13:14Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden nemen, en mijn ziel in mijn hand stellen?
Job 14:22Maar zijn vlees, [nog] aan hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft rouw.
Job 19:20Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid mijner tanden.
Job 19:22Waarom vervolgt gij mij als God, en wordt niet verzadigd van mijn vlees?
Job 19:26En als zij na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen;
Job 21:6Ja, wanneer ik [daaraan] gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een gruwen gevat.
Job 31:31Zo de lieden mijner tent niet hebben gezegd: Och, of wij van zijn vlees hadden, wij zouden niet verzadigd worden;
Job 33:21Dat zijn vlees verdwijnt uit het gezicht, en zijn beenderen, [die] niet gezien werden, uitsteken;
Job 33:25Zijn vlees zal frisser worden dan het was in de jeugd; hij zal tot de dagen zijner jonkheid wederkeren.
Job 34:15Alle vlees zou tegelijk den geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren.
Job 41:14De stukken van zijn vlees kleven samen; elkeen is vast in hem, het wordt niet bewogen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen