H2940 טַעַם
, taste, judgement, advice, understanding, behaviour
Exodus 16:31 | En het huis Israels noemde deszelfs naam Man; en het was als korianderzaad, wit, en de smaak daarvan was als honigkoeken. |
Numeri 11:8 | Het volk liep hier en daar, en verzamelde [het], en maalde het met molens, of stiet het in mortieren, en zood het in potten, en maakte daarvan koeken; en zijn smaak was als de smaak van de beste vochtigheid der olie. |
1 Samuel 21:13 | Daarom veranderde hij zijn gelaat voor hun ogen, en hij maakte zichzelven gek onder hun handen; en hij bekrabbelde de deuren der poort, en hij liet zijn zever in zijn baard aflopen. |
1 Samuel 25:33 | En gezegend zij uw raad en gezegend zijt gij, dat gij mij te dezen dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn hand mij verlost zou hebben! |
Job 6:6 | Wordt ook het onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het witte des dooiers? |
Job 12:20 | Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg. |
Psalm 34:1 | [Een psalm] van David, als hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. |
Psalm 119:66 | Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd. |
Spreuken 11:22 | Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een gouden bagge in een varkenssnuit. |
Spreuken 26:16 | De luiaard is wijzer in zijn ogen, dan zeven, die [met] rede antwoorden. |
Jeremia 48:11 | Moab is van zijn jeugd aan gerust geweest, en hij heeft op zijn heffe stil gelegen, en is van vat in vat niet geledigd, en heeft niet gewandeld in gevangenis; daarom is zijn smaak in hem gebleven, en zijn reuk niet veranderd. |
Jona 3:7 | En hij liet uitroepen, en men sprak te Nineve, uit bevel des konings en zijner groten, zeggende: Laat mens noch beest, rund noch schaap, iets smaken, laat ze niet weiden, noch water drinken. |