Genesis 37:9 | En hij droomde nog een anderen droom, en verhaalde dien aan zijn broederen; en hij zeide: Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, en ziet, de zon, en de maan, en elf sterren bogen zich voor mij neder. |
Deuteronomium 4:19 | Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de HEERE uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. |
Deuteronomium 17:3 | Dat hij heengaat, en dient andere goden, en buigt zich voor die, of voor de zon, of voor de maan, of voor het ganse heir des hemels, hetwelk ik niet geboden heb; |
Jozua 10:12 | Toen sprak Jozua tot den HEERE, ten dage als de HEERE de Amorieten voor het aangezicht de kinderen Israels overgaf, en zeide voor de ogen der Israelieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij, maan, in het dal van Ajalon! |
Jozua 10:13 | En de zon stond stil, en de maan bleef staan, totdat zich het volk aan zijn vijanden gewroken had. Is dit niet geschreven in het boek des oprechten? De zon nu stond stil in het midden des hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent een volkomen dag. |
2 Koningen 23:5 | Daartoe schafte hij de Chemarim af, die de koningen van Juda gesteld hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de steden van Juda, en rondom Jeruzalem, mitsgaders, die voor Baal, de zon, en de maan, en de [andere] planeten, en al het heir des hemels rookten. |
Job 25:5 | Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen. |
Job 31:26 | Zo ik het licht aangezien heb, wanneer het scheen, of de maan heerlijk voortgaande; |
Psalm 8:4 | Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt; |
Psalm 72:5 | Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. |
Psalm 72:7 | In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij. |
Psalm 89:38 | Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela. |
Psalm 104:19 | Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang. |
Psalm 121:6 | De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. |
Psalm 136:9 | De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 148:3 | Looft Hem, zon en maan! Looft Hem, alle gij lichtende sterren! |
Prediker 12:2 | Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na den regen. |
Jesaja 13:10 | Want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten schijnen. |
Jesaja 60:19 | De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. |
Jeremia 8:2 | En zij zullen ze uitspreiden voor de zon, en voor de maan, en voor het ganse heir des hemels, die zij liefgehad, en die zij gediend, en die zij nagewandeld, en die zij gezocht hebben, en voor dewelke zij zich nedergebogen hebben; zij zullen niet verzameld noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn. |