H3709 כַּף
schaal, hand, reukschaal, rookschaal, greep, handpalmen, voetzool, macht

Bijbelteksten

Leviticus 14:16Dan zal de priester zijn rechtervinger indopen, [nemende] van die olie, die in zijn linkerhand is, en zal met zijn vinger van die olie zevenmaal sprengen, voor het aangezicht des HEEREN.
Leviticus 14:17En van het overige van die olie, die in zijn hand zal zijn, zal de priester doen op het lapje van het rechteroor desgenen, die te reinigen is, en op den duim zijner rechterhand, en op den groten teen zijns rechtervoets, boven op het bloed des schuldoffers.
Leviticus 14:18Dat nog overgebleven zal zijn van die olie, die in de hand des priesters geweest is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen is; zo zal de priester over hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN.
Leviticus 14:26Ook zal de priester van die olie op des priesters linkerhand gieten.
Leviticus 14:27Daarna zal de priester met zijn rechtervinger van die olie, die op zijn linkerhand is, sprengen, zevenmaal, voor het aangezicht des HEEREN.
Leviticus 14:28En de priester zal van de olie, die op zijn hand is, doen aan het lapje van het rechteroor desgenen, die te reinigen is, en aan den duim zijner rechterhand, en aan den groten teen zijns rechtervoets, op de plaats van het bloed des schuldoffers.
Leviticus 14:29En het overgeblevene van de olie, die in de hand des priesters is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen is, om de verzoening voor hem te doen, voor het aangezicht des HEEREN.
Leviticus 23:40En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.
Numeri 4:7Zij zullen ook op de toontafel een kleed van hemelsblauw uitspreiden, en zullen daarop zetten de schotels, en de reukschalen, en de kroezen, en de dekschotels; ook zal het gedurig brood daarop zijn.
Numeri 5:18Daarna zal de priester de vrouw voor het aangezicht des HEEREN stellen, en zal het hoofd van de vrouw ontbloten, en zal het spijsoffer der gedachtenis op haar handen leggen, hetwelk het spijsoffer der ijveringen is; en in de hand des priesters zal dat bitter water zijn, hetwelk den vloek medebrengt.
Numeri 6:19Daarna zal de priester een gezoden schouder nemen van den ram, en een ongezuurden koek uit den korf, en een ongezuurde vlade; en hij zal ze op de handen des Nazireers leggen, nadat hij zijn Nazireerschap afgeschoren heeft.
Numeri 7:14Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:20En een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:26Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:32Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:38Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:44Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:50Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:56Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;
Numeri 7:62Een reukschaal van tien gouden [sikkelen], vol reukwerks;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken