H4249 מַחְלִי
Mahali, Mahli

Bijbelteksten

Exodus 6:18En de zonen van Merari: Machli en Musi; dit zijn de huisgezinnen van Levi, naar hun geboorten.
Numeri 3:20En de zonen van Merari, naar hun geslachten: Maheli en Musi; dit zijn de geslachten der Levieten, naar het huis hunner vaderen.
1 Kronieken 6:19De kinderen van Merari waren Maheli en Musi. En dit zijn de huisgezinnen der Levieten, naar hun vaderen.
1 Kronieken 6:29De kinderen van Merari waren Maheli; zijn zoon Libni; zijn zoon Simei; zijn zoon Uzza;
1 Kronieken 6:47Den zoon van Maheli, den zoon van Musi, den zoon van Merari, den zoon van Levi.
1 Kronieken 23:21De kinderen van Merari waren Maheli en Musi; de kinderen van Maheli waren Eleazar en Kis.
1 Kronieken 23:23De kinderen van Musi waren Maheli, en Eder, en Jeremoth; drie.
1 Kronieken 24:26De kinderen van Merari waren Maheli en Musi. De kinderen van Jaazia waren Beno.
1 Kronieken 24:28Van Maheli was Eleazar; en die had geen kinderen.
1 Kronieken 24:30En de kinderen van Musi waren Maheli, en Eder, en Jerimoth. Dezen zijn de kinderen der Levieten, naar hun vaderlijke huizen.
Ezra 8:18En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen