Psalm 132:2 | Dat hij den HEERE gezworen heeft, den Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, [zeggende:] |
Prediker 5:3 | Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het. |
Prediker 5:4 | Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt. |
Jesaja 19:21 | En de HEERE zal den Egyptenaren bekend worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien dage; en zij zullen [Hem] dienen [met] slachtoffer, en spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. |
Jeremia 44:25 | Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: [Aangaande] u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld, zeggende: Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk houden, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende; [nu,] zij hebben uw geloften volkomenlijk bevestigd en uw geloften volkomenlijk gehouden. |
Jona 1:16 | Dies vreesden de mannen den HEERE [met] grote vreeze; en zij slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften. |
Jona 2:9 | Maar ik zal U offeren met de stem der dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil is des HEEREN. |
Maleachi 1:14 | Ja, vervloekt zij de bedrieger, die een mannetje in zijn kudde heeft, en den Heere belooft, en offert, dat verdorven is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE der heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen. |