Richteren 9:26 | Gaal, de zoon van Ebed, kwam ook met zijn broederen, en zij gingen over in Sichem; en de burgeren van Sichem verlieten zich op hem. |
Richteren 9:28 | En Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden? is hij niet een zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn bevelhebber? dient [liever] de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij hem dienen? |
Richteren 9:30 | Als Zebul, de overste der stad, de woorden van Gaal, den zoon van Ebed, hoorde, zo ontstak zijn toorn. |
Richteren 9:31 | En hij zond listiglijk boden tot Abimelech, zeggende: Zie, Gaal, de zoon van Ebed, en zijn broeders zijn te Sichem gekomen, en zie, zij, met deze stad, handelen vijandiglijk tegen u. |
Richteren 9:35 | En Gaal, de zoon van Ebed, ging uit, en stond aan de deur van de stadspoort; en Abimelech rees op, en al het volk, dat met hem was, uit de achterlage. |
Ezra 8:6 | En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en met hem vijftig manspersonen. |