H5820 עַזְמָוֶת
Azmaveth

Bijbelteksten

2 Samuel 23:31Abi-albon, de Arbathiet; Azmaveth, de Barhumiet;
1 Kronieken 8:36En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza;
1 Kronieken 9:42En Achaz gewon Jaera, en Jaera gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; en Zimri gewon Moza;
1 Kronieken 11:33Azmaveth, de Baharumiet; Eljahba, de Saalboniet;
1 Kronieken 12:3Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet.
1 Kronieken 27:25En over de schatten des konings was Azmaveth, de zoon van Adiel; en over de schatten op het land, in de steden, en in de dorpen, en in de torens, was Jonathan, de zoon van Uzzia.
Ezra 2:24De kinderen van Azmaveth, twee en veertig.
Nehemia 12:29En uit het huis van Gilgal, en uit de velden van Geba en Asmaveth; want de zangers hadden zich dorpen gebouwd rondom Jeruzalem.

Mede mogelijk dankzij