Job 35:9 | Vanwege [hun] grootheid doen zij de onderdrukten roepen; zij schreeuwen vanwege den arm der groten. |
Prediker 4:1 | Daarna wende ik mij, en zag aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; en ziet, er waren de tranen der verdrukten, en dergenen, die geen trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht, zij daarentegen hadden geen vertrooster. |
Hosea 5:11 | Efraim is verdrukt, hij is verpletterd met recht; want hij heeft [zo] gewild; hij heeft gewandeld naar het gebod. |
Amos 3:9 | Doet het horen in de paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland, en zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de grote beroerten in het midden van haar, en de verdrukten binnen in haar. |