H6337 פָּז
fijn goud

Bijbelteksten

Job 28:17Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk waarderen; ook is zij [niet] te verwisselen voor een kleinood van dicht goud.
Psalm 19:11Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.
Psalm 21:4Want Gij komt hem voor met zegeningen van het goede; op zijn hoofd zet Gij een kroon van fijn goud.
Psalm 119:127Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
Spreuken 8:19Mijn vrucht is beter dan uitgegraven goud, en dan dicht goud; en Mijn inkomen dan uitgelezen zilver.
Hooglied 5:11Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf.
Hooglied 5:15Zijn schenkelen zijn [als] marmeren pilaren, gegrond op voeten van het dichtste goud; Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren als de cederen.
Jesaja 13:12Ik zal maken, dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en een mens dan fijn goud van Ofir.
Klaagliederen 4:2[Beth.] De kostelijke kinderen Sions, tegen fijn goud geschat, hoe zijn zij [nu] gelijk gerekend aan de aarden flessen, het werk van de handen eens pottenbakkers!

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs