H6341 פַּח
klapnet, vogelstrik, plaat

Bijbelteksten

Exodus 39:3En zij rekten uit de dunne platen van goud, en sneden het tot draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van het allerkunstelijkste werk.
Numeri 16:38[Te weten] de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen den kinderen Israels tot een teken zijn.
Jozua 23:13Weet voorzeker, dat de HEERE, uw God, niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te verdrijven; maar zij zullen ulieden zijn tot een strik, en tot een net, en tot een gesel aan uw zijden, en tot doornen in uw ogen, totdat gij omkomt van dit goede land, hetwelk u de HEERE, uw God, gegeven heeft.
Job 18:9De strik zal [hem] bij de verzenen vatten; de struikrover zal hem overweldigen.
Job 22:10Daarom zijn strikken rondom u, en vervaardheid heeft u haastelijk beroerd.
Psalm 11:6Hij zal op de goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het deel huns bekers zijn.
Psalm 69:23Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik.
Psalm 91:3Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Psalm 119:110De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
Psalm 124:7Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen.
Psalm 140:6De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.
Psalm 141:9Bewaar mij voor het geweld des striks, [dien] zij mij gelegd hebben, en [voor] de valstrikken van de werkers der ongerechtigheid.
Psalm 142:4Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg, dien ik gaan zou.
Spreuken 7:23Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is.
Spreuken 22:5Doornen [en] strikken zijn in den weg des verkeerden; die zijn ziel bewaart, zal zich verre van die maken.
Prediker 9:12Dat ook de mens zijn tijd niet weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, [alzo] worden de kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve haastelijk over hen valt.
Jesaja 8:14Dan zal Hij [ulieden] tot een Heiligdom zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en tot een net den inwoners te Jeruzalem.
Jesaja 24:17De vrees, en de kuil, en de strik over u, o inwoners des lands!
Jesaja 24:18En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.
Jeremia 18:22Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin