Aantekeningen bij de Bijbel:

H6612 פְּתִי

simple, simplicity, foolish, simple ones

Bijbelteksten

Psalm 19:8	De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
Psalm 116:6	De HEERE bewaart de eenvoudigen; ik was uitgeteerd, doch Hij heeft mij verlost.
Psalm 119:130	De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.
Spreuken 1:4	Om den slechten kloekzinnigheid te geven, den jongeling wetenschap en bedachtzaamheid.
Spreuken 1:22	Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
Spreuken 1:32	Want de afkering der slechten zal hen doden, en de voorspoed der zotten zal hen verderven.
Spreuken 7:7	En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling;
Spreuken 8:5	Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat [met het] hart.
Spreuken 9:4	Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot den verstandeloze zegt Zij:
Spreuken 9:6	Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.
Spreuken 9:16	Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij:
Spreuken 14:15	De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang.
Spreuken 14:18	De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.
Spreuken 19:25	Sla den spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen.
Spreuken 21:11	Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan.
Spreuken 22:3	Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft.
Spreuken 27:12	De kloekzinnige ziet het kwaad, [en] verbergt zich; de slechten gaan henen door, [en] worden gestraft.
Ezechiel 45:20	Alzo zult gij ook doen op den zevenden in die maand; vanwege den afdwalende, en vanwege den slechte; alzo zult gijlieden het huis verzoenen.