H6635 צָבָא
leger, krijgsdienst

Bijbelteksten

Numeri 10:24En over het heir van den stam der kinderen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni.
Numeri 10:25Toen toog op de banier van het leger der kinderen van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiezer de zoon van Ammisaddai.
Numeri 10:26En over het heir van den stam der kinderen van Aser was Pagiel, de zoon van Ochran.
Numeri 10:27En over het heir van den stam der kinderen van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan.
Numeri 10:28Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.
Numeri 26:2Neem de som van de gehele vergadering der kinderen Israëls op, van twintig jaren oud en daarboven, naar het huis hunner vaderen, al wie ten heire in Israël uittrekt.
Numeri 31:3Mozes dan sprak tot het volk, zeggende: Dat zich mannen uit u ten strijde toerusten, en dat zij tegen de Midianieten zijn, om de wraak des HEEREN te doen aan de Midianieten.
Numeri 31:4Van elken stam onder alle stammen Israëls zult gij een duizend ten strijde zenden.
Numeri 31:5Alzo werden geleverd uit de duizenden van Israël, duizend van elken stam, twaalf duizend toegerusten ten strijde.
Numeri 31:6En Mozes zond hen ten strijde, duizend van elken stam, hen en Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester, ten strijde, met de heilige vaten, en de trompetten des geklanks in zijn hand.
Numeri 31:14En Mozes werd grotelijks vertoornd tegen de bevelhebbers des heirs, de hoofdlieden der duizenden, en de hoofdlieden der honderden, die uit den strijd van dien oorlog kwamen.
Numeri 31:21En Eleazar, de priester, zeide tot de krijgslieden, die tot dien strijd getogen waren: Dit is de inzetting der wet, die de HEERE Mozes geboden heeft.
Numeri 31:27En deel den buit in twee helften tussen degenen, die den strijd aangegrepen hebben, die tot den strijd uitgegaan zijn, en tussen de ganse vergadering.
Numeri 31:28Daarna zult gij een schatting voor den HEERE heffen, van de oorlogsmannen, die tot dezen krijg uitgetogen zijn, van vijfhonderd een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen.
Numeri 31:32De buit nu, het overschot van den roof, dat het krijgsvolk geroofd had, was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen;
Numeri 31:36En de helft, [te weten] het deel dergenen, die tot dezen krijg uitgetogen waren, was in getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen.
Numeri 31:48Toen traden tot Mozes de bevelhebbers, die over de duizenden des heirs waren, de hoofdlieden der duizenden, en de hoofdlieden der honderden;
Numeri 31:53Aangaande de krijgslieden, een iegelijk had geroofd voor zichzelven.
Numeri 32:27Maar uw knechten zullen overtrekken, al wie ten heire toegerust is, voor het aangezicht des HEEREN tot den strijd, gelijk als mijn heer gesproken heeft.
Numeri 33:1Dit zijn de reizen der kinderen Israels, die uit Egypteland uitgetogen zijn, naar hun heiren, door de hand van Mozes en Aaron.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel