H7205 רְאוּבֵן
Reuben, Ruben

Bijbelteksten

Numeri 7:30Op den vierden dag [offerde] de overste der kinderen van Ruben, Elizur, de zoon van Sedeur.
Numeri 10:18Daarna toog de banier van het leger van Ruben, naar hun heiren; en over zijn heir was Elizur, de zoon van Sedeur.
Numeri 13:4En dit zijn hun namen: van den stam van Ruben, Sammua, de zoon van Zaccur.
Numeri 16:1Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kohath, zoon van Levi, nam tot zich zo Dathan als Abiram, zonen van Eliab, en On, den zoon van Peleth, zonen van Ruben.
Numeri 26:5Ruben was de eerstgeborene van Israel. De zonen van Ruben waren: Hanoch, [van welken] was het geslacht der Hanochieten; van Pallu het geslacht der Palluieten;
Numeri 32:1De kinderen van Ruben nu hadden veel vee, en de kinderen van Gad hadden machtig veel; en zij bezagen het land Jaezer, en het land van Gilead, en ziet, deze plaats was een plaats voor vee.
Numeri 32:2Zo kwamen de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben, en spraken tot Mozes, en tot Eleazar, den priester, en tot de oversten der vergadering, zeggende:
Numeri 32:6Maar Mozes zeide tot de kinderen van Gad en tot de kinderen van Ruben: Zullen uw broeders ten strijde gaan, en zult gijlieden hier blijven?
Numeri 32:25Toen spraken de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben tot Mozes, zeggende: Uw knechten zullen doen, gelijk als mijn heer gebiedt.
Numeri 32:29En Mozes zeide tot hen: Indien de kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, met ulieden over de Jordaan zullen trekken, een ieder, die toegerust is ten oorlog, voor het aangezicht des HEEREN, als het land voor uw aangezicht zal ten ondergebracht zijn; zo zult gij hun het land Gilead ter bezitting geven.
Numeri 32:31En de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben antwoordden, zeggende: Wat de HEERE tot uw knechten gesproken heeft, zullen wij alzo doen.
Numeri 32:33Alzo gaf Mozes hunlieden, den kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, en den halven stam van Manasse, den zoon van Jozef, het koninkrijk van Sihon, koning der Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning van Bazan; het land met de steden van hetzelve in de landpalen, de steden des lands rondom.
Numeri 32:37En de kinderen van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim,
Deuteronomium 11:6Daarboven, wat Hij gedaan heeft aan Dathan, en aan Abiram, zonen van Eliab, den zoon van Ruben; hoe de aarde haar mond opendeed, en hen verslond met hun huisgezinnen, en hun tenten, ja, al wat bestond, dat hun aanging, in het midden van gans Israel.
Deuteronomium 27:13En dezen zullen staan over den vloek op den berg Ebal: Ruben, Gad en Aser, Zebulon, Dan en Nafthali.
Deuteronomium 33:6Dat Ruben leve, en niet sterve, en dat zijn lieden [van] getal zijn!
Jozua 4:12En de kinderen van Ruben, en de kinderen van Gad, mitsgaders de halve stam van Manasse, trokken gewapend voor het aangezicht der kinderen Israels, gelijk als Mozes tot hen gesproken had.
Jozua 13:15Alzo gaf Mozes aan den stam der kinderen van Ruben, naar hun huisgezinnen,
Jozua 13:23De landpale nu der kinderen van Ruben was de Jordaan, en [derzelver] landpale; dat is het erfdeel der kinderen van Ruben, naar hun huisgezinnen, de steden en haar dorpen.
Jozua 15:6En deze landpale zal opgaan tot Beth-hogla, en zal doorgaan van het noorden naar Beth-araba; en deze landpale zal opgaan tot den steen van Bohan, den zoon van Ruben.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen