Jesaja 1:6 | Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; [maar] wonden, en striemen, en etterbuilen, [die] niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. |
Jesaja 3:16 | Verder zegt de HEERE: Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden waren. |
Jesaja 6:2 | De serafs stonden boven Hem; een iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte [ieder] zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. |
Jesaja 7:20 | Te dien dage zal de Heere door een gehuurd scheermes, [hetwelk] aan gene zijde der rivier is, door den koning van Assyrie, afscheren het hoofd, en het haar der voeten; ja, het zal ook den baard gans wegnemen. |
Jesaja 20:2 | Ter zelfder tijd sprak de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende: Ga heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed alzo, gaande naakt en barrevoets. |
Jesaja 23:7 | Is dit uw vrolijk huppelende [stad]? welker oudheid [wel] van oude dagen af is; [maar] haar eigen voeten zullen haar verre wegdragen, om in vreemdelingschap te verkeren. |
Jesaja 26:6 | De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen. |
Jesaja 28:3 | De hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden. |
Jesaja 32:20 | Welgelukzalig zijt gijlieden, die aan alle wateren zaait; gij, die den voet des osses en des ezels [derwaarts] henenzendt! |
Jesaja 41:2 | Wie heeft van den opgang dien rechtvaardige verwekt? heeft hem geroepen op zijn voet? de heidenen voor zijn aangezicht gegeven, en gemaakt, dat hij [over] koningen heerste? heeft ze zijn zwaard gegeven als stof, zijn boog als een voortgedreven stoppel? |
Jesaja 41:3 | Dat hij ze najaagde [en] doortrok [met] vrede, door een pad, [hetwelk] hij met zijn voeten niet gegaan had? |
Jesaja 49:23 | En koningen zullen uw voedsterheren zijn, hun vorstinnen uw zoogvrouwen; zij zullen zich voor u buigen met het aangezicht ter aarde, en zij zullen het stof uwer voeten lekken; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, dat zij niet beschaamd zullen worden die Mij verwachten. |
Jesaja 52:7 | Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die den vrede doet horen; desgenen, die goede boodschap brengt van het goede, die heil doet horen; desgenen, die tot Sion zegt: Uw God is Koning. |
Jesaja 58:13 | Indien gij uw voet van den sabbat afkeert, [van] te doen uw lust op Mijn heiligen dag; en [indien] gij den sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, Die te eren is; en [indien] gij dien eert, dat gij uw wegen niet doet, [en] uw eigen lust niet vindt, noch een woord [daarvan] spreekt; |
Jesaja 59:7 | Hun voeten lopen tot het kwade, en zij haasten om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten zijn gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking is op hun banen. |
Jesaja 60:13 | De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beuk en de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten heerlijk maken. |
Jesaja 60:14 | Ook zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die u onderdrukt hebben, en allen, die u gelasterd hebben zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten; en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van den Heilige Israels. |
Jesaja 66:1 | Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust? |
Jeremia 2:25 | Bedwing uw voet van ontschoeiing, en uw keel van dorst; maar gij zegt: Het is buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die zal ik nawandelen. |
Jeremia 13:16 | Geeft eer den HEERE, uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle, en tot een donkerheid zette. |