Psalm 51:14 | Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. |
Psalm 51:19 | De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. |
Psalm 55:9 | Ik zou haasten, dat ik ontkwame, van den drijvenden wind, van den storm. |
Psalm 76:13 | Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is. |
Psalm 77:4 | Dacht ik aan God, zo maakte ik misbaar; peinsde ik, zo werd mijn ziel overstelpt. Sela. |
Psalm 77:7 | Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht: |
Psalm 78:8 | En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, [dat] zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God. |
Psalm 78:39 | En Hij dacht, dat zij vlees waren, een wind, die henengaat en niet wederkeert. |
Psalm 83:14 | Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind. |
Psalm 103:16 | Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet [meer], en haar plaats kent haar niet meer. |
Psalm 104:3 | Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt. |
Psalm 104:4 | Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur. |
Psalm 104:29 | Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof. |
Psalm 104:30 | Zendt Gij Uw Geest uit, zo worden zij geschapen, en Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks. |
Psalm 106:33 | Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij [wat] onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen. |
Psalm 107:25 | Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft. |
Psalm 135:7 | Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort. |
Psalm 135:17 | Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond. |
Psalm 139:7 | Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht? |
Psalm 142:4 | Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg, dien ik gaan zou. |