H7919 שָׂכַל
prosper, wisely, understand, understanding, verstandig
Psalm 14:2 | De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. |
Psalm 32:8 | Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn. |
Psalm 36:4 | De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen. |
Psalm 41:2 | Welgelukzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens een ellendige; de HEERE zal hem bevrijden ten dage des kwaads. |
Psalm 53:3 | God heeft van den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. |
Psalm 64:10 | En alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen, en Zijn doen verstandelijk aanmerken. |
Psalm 94:8 | Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden? |
Psalm 101:2 | Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten. |
Psalm 106:7 | Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; zij zijn der menigte Uwer goedertierenheden niet gedachtig geweest; maar zij waren wederspannig aan de zee, bij de Schelfzee. |
Psalm 119:99 | Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn. |
Spreuken 1:3 | Om aan te nemen onderwijs van goed verstand, gerechtigheid, en recht, en billijkheden; |
Spreuken 10:5 | Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon; [maar] die in den oogst vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt. |
Spreuken 10:19 | In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig. |
Spreuken 14:35 | Het welbehagen des konings is over een verstandigen knecht; maar zijn verbolgenheid zal zijn [over] dengene, die beschaamd maakt. |
Spreuken 15:24 | De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. |
Spreuken 16:20 | Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig. |
Spreuken 16:23 | Het hart eens wijzen maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen de lering vermeerderen. |
Spreuken 17:2 | Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen. |
Spreuken 17:8 | Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen. |
Spreuken 19:14 | Huis en goed is een erve van de vaderen; maar een verstandige vrouw is van den HEERE. |