H8639 תַּרְדֵּמָה
deep sleep

Bijbelteksten

Genesis 2:21Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe [met] vlees.
Genesis 15:12En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, [en] grote duisternis viel op hem.
1 Samuel 26:12Zo nam David de spies en de waterfles van Sauls hoofdeinde, en zij gingen heen; en er was niemand, die het zag, en niemand, die het merkte, ook niemand, die ontwaakte; want zij sliepen allen; want er was een diepe slaap des HEEREN op hen gevallen.
Job 4:13Onder de gedachten van de gezichten des nachts, als diepe slaap valt op de mensen;
Job 33:15In den droom, [door] het gezicht des nachts, als een diepe slaap op de lieden valt, in de sluimering op het leger;
Spreuken 19:15Luiheid doet in diepen slaap vallen; en een bedriegelijke ziel zal hongeren.
Jesaja 29:10Want de HEERE heeft over ulieden uitgegoten een geest des diepen slaaps, en Hij heeft uw ogen toegesloten; de profeten, en uw hoofden, [en] de zieners heeft Hij verblind.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs