Leviticus 8:17 | Maar den var met zijn huid, en zijn vlees, en zijn mest, heeft hij buiten het leger met vuur verbrand, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 8:21 | Doch het ingewand en de schenkelen wies hij met water; en Mozes stak dien gehelen ram aan op het altaar; het was een brandoffer tot een liefelijken reuk, een vuuroffer was het den HEERE, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 8:29 | Voorts nam Mozes de borst, en bewoog ze ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; zij werd Mozes ten dele van den ram des vuloffers, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 8:31 | En Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen: Ziedt dat vlees voor de deur van de tent der samenkomst, en eet hetzelve daar, mitsgaders het brood, dat in den korf des vuloffers is; gelijk als ik geboden heb, zeggende: Aaron en zijn zonen zullen dat eten. |
Leviticus 8:34 | Gelijk men gedaan heeft op dezen dag, heeft de HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te doen. |
Leviticus 9:7 | En Mozes zeide tot Aaron: Nader tot het altaar, en maak uw zondoffer en uw brandoffer toe; en doe verzoening voor u en voor het volk; maak daarna de offerande des volks toe, en doe de verzoening voor hen, gelijk als de HEERE geboden heeft. |
Leviticus 9:10 | Maar het vet, en de nieren, en het net van de lever van het zondoffer heeft hij op het altaar aangestoken, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 9:15 | Daarna deed hij de offerande des volks toebrengen; en nam den bok des zondoffers, die voor het volk was, en slachtte hem, en bereidde hem ten zondoffer, gelijk het eerste. |
Leviticus 9:16 | Verder deed hij het brandoffer toebrengen, en maakte dat toe naar het recht. |
Leviticus 9:21 | Maar de borsten en den rechterschouder bewoog Aaron ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. |
Leviticus 10:5 | Toen traden zij toe, en droegen hen, in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk als Mozes gesproken had. |
Leviticus 10:7 | Gij zult ook uit de deur van de tent der samenkomst niet uitgaan, opdat gij niet sterft; want de zalfolie des HEEREN is op u. En zij deden naar het woord van Mozes. |
Leviticus 10:15 | Den hefschouder en de beweegborst zullen zij nevens de vuurofferen des vets toebrengen, om ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN te bewegen; hetwelk, voor u en uw zonen met u, tot een eeuwige inzetting zijn zal, gelijk als de HEERE geboden heeft. |
Leviticus 10:18 | Ziet, deszelfs bloed is niet binnen in het heiligdom gedragen; gij moest dat ganselijk gegeten hebben in het heiligdom, gelijk als ik geboden heb. |
Leviticus 10:19 | Toen sprak Aaron tot Mozes: Zie, heden hebben zij hun zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des HEEREN geofferd, en zulke dingen zijn mij wedervaren; en had ik heden het zondoffer gegeten, zou dat goed geweest zijn in de ogen des HEEREN? |
Leviticus 12:2 | Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Wanneer een vrouw zaad gegeven, en een knechtje gebaard zal hebben, zo zal zij zeven dagen onrein zijn; volgens de dagen der afzondering harer krankheid zal zij onrein zijn. |
Leviticus 12:5 | Maar indien zij een meisje gebaard zal hebben, zo zal zij twee weken onrein zijn, volgens haar afzondering; daarna zal zij zes en zestig dagen blijven in het bloed harer reiniging. |
Leviticus 13:43 | Als de priester hem zal bezien hebben, dat, ziet, het gezwel van die plaag in zijn kaalheid, of blesse, wit roodachtig is, gelijk het aanzien der melaatsheid van het vel des vleses; |
Leviticus 14:13 | Daarna zal hij dat lam slachten in de plaats, waar men het zondoffer en het brandoffer slacht, in de heilige plaats; want het schuldoffer, gelijk het zondoffer, is voor den priester; het is een heiligheid der heiligheden. |
Leviticus 14:35 | Zo zal hij, van wien dat huis is, komen, en den priester te kennen geven, zeggende: Het schijnt mij, alsof er een plaag in het huis ware. |