Johannes (de Doper)

Bijbelteksten

Johannes 1:26Johannes antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden onder ulieden, Dien gij niet kent;
Johannes 1:28Deze dingen zijn geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende.
Johannes 1:32En Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien nederdalen uit den hemel, gelijk een duif, en bleef op Hem.
Johannes 1:35Des anderen daags wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen.
Johannes 3:23En Johannes doopte ook in Enon bij Salim, dewijl aldaar vele wateren waren; en zij kwamen daar, en werden gedoopt.
Johannes 3:24Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen.
Johannes 3:26En zij kwamen tot Johannes, en zeiden tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken gij getuigenis gaaft, zie, Die doopt, en zij komen allen tot Hem.
Johannes 3:27Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij.
Johannes 4:1Als dan de Heere verstond, dat de Farizeen gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes;
Johannes 5:33Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis gegeven.
Johannes 5:36Maar Ik heb een getuigenis meerder, dan [die] van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om die te volbrengen, dezelve werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft.
Johannes 10:40En Hij ging wederom over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; en Hij bleef aldaar.
Johannes 10:41En velen kwamen tot Hem, en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar.
Handelingen 13:24Als Johannes eerst al den volke Israels voor Zijn aankomst, gepredikt had den doop der bekering.
Handelingen 13:25Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben [de Christus] niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen [Zijner] voeten te ontbinden.
Handelingen 19:4Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekering, zeggende tot het volk, dat zij geloven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel