Palti

Bijbelteksten

Numeri 13:9Van den stam van Benjamin, Palti, de zoon van Rafu.
1 Samuel 25:44Want Saul had zijn dochter Michal, de huisvrouw van David, gegeven aan Palti, den zoon van Lais, die van Gallim was.
2 Samuel 3:15Isboseth dan zond heen, en nam haar van den man, van Paltiel, den zoon van Lais.
2 Samuel 3:16En haar man ging met haar, al gaande en wenende achter haar, tot Bahurim toe. Toen zeide Abner tot hem: Ga weg, keer weder. En hij keerde weder.

TuinTuin