1 Kronieken 27:11 | De achtste, in de achtste maand, was Sibbechai, de Husathiet, van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. |
1 Kronieken 27:13 | De tiende, in de tiende maand, was Maharai, de Nethofathiet, van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. |
2 Kronieken 14:9 | En Zerah, de Moor, kwam tegen hen uit, met een heir van duizend maal duizend, en driehonderd wagenen; en hij kwam tot Maresa toe. |
Nehemia 11:24 | En Petahja, de zoon van Mesezabeel, van de kinderen van Zerah, den zoon van Juda, was aan des konings hand, in alle zaken tot het volk. |
Mattheus 1:3 | En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar; en Fares gewon Esrom, en Esrom gewon Aram; |