Jozua 9:5 | Ook oude en bevlekte schoenen aan hun voeten, en zij hadden oude klederen aan, en al het brood, dat zij op hun reize hadden, was droog [en] beschimmeld. |
Jozua 14:9 | Toen zwoer Mozes te dien zelven dage, zeggende: Indien niet het land, waarop uw voet getreden heeft, u en uw kinderen ten erfdeel zal zijn in eeuwigheid, dewijl gij volhard hebt den HEERE, mijn God, na te volgen. |
Job 2:7 | Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe. |
Psalm 66:6 | Hij heeft de zee veranderd in het droge; zij zijn te voet doorgegaan door de rivier; daar hebben wij ons in Hem verblijd. |
Psalm 66:9 | Die onze zielen in het leven stelt, en niet toelaat, dat onze voet wankele. |
Psalm 91:12 | Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. |
Psalm 94:18 | Als ik zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, o HEERE! ondersteunde mij. |
Psalm 116:8 | Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel gered van den dood, mijn ogen van tranen, mijn voet van aanstoot. |
Psalm 121:3 | Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren. |
Spreuken 1:15 | Mijn zoon! wandel niet met hen op den weg; weer uw voet van hun pad. |
Spreuken 3:23 | Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten. |
Spreuken 3:26 | Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden. |
Spreuken 4:27 | Wijk niet ter rechter- of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade. |
Spreuken 25:17 | Spaar uw voet van het huis uws naasten, opdat hij niet zat van u worde, en u hate. |
Spreuken 25:19 | Het vertrouwen op een trouweloze, ten dage der benauwdheid, is [als] een gebroken tand en verstuikte voet. |
Hooglied 5:3 | Ik heb mijn rok uitgetogen, hoe zal ik hem weder aantrekken? Ik heb mijn voeten gewassen, hoe zal ik ze weder bezoedelen? |
Jesaja 1:6 | Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; [maar] wonden, en striemen, en etterbuilen, [die] niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. |
Jesaja 26:6 | De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen. |
Jeremia 2:25 | Bedwing uw voet van ontschoeiing, en uw keel van dorst; maar gij zegt: Het is buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die zal ik nawandelen. |
Daniel 2:33 | Zijn schenkelen van ijzer; zijn voeten eensdeels van ijzer, en eensdeels van leem. |