Psalm 144:13 | Dat onze winkelen vol zijnde, den enen voorraad na den anderen uitgeven; dat onze kudden bij duizenden werpen, [ja,] bij tienduizenden op onze hoeven vermenigvuldigen. |
Jesaja 23:3 | En wiens inkomst was het zaad van Sichor over de grote wateren, de oogst der rivier; en zij was de markt der heidenen. |
Ezechiel 27:12 | Tarsis dreef koophandel met u vanwege de veelheid van allerlei goed; met zilver, ijzer, tin, en lood handelden zij [op] uw markten. |
Ezechiel 27:14 | Uit het huis van Togarma leverden zij paarden, en ruiteren, en muilezels [op] uw markten. |
Ezechiel 27:16 | Syrie dreef koophandel met u, vanwege de veelheid uwer werken; met smaragden, purper, en gestikt werk, en zijde, en Ramoth, en Cadkod, handelden zij op uw markten. |
Ezechiel 27:19 | Ook leverden Dan en Javan, de omreizer, op uw markten; glad ijzer, kassie en kalmus was in uw onderlingen koophandel. |
Ezechiel 27:22 | De kooplieden van Scheba en Raema waren uw kooplieden; met alle hoofdspecerij, en met alle kostelijk gesteente en goud, handelden zij [op] uw markten. |
Ezechiel 27:27 | Uw goed, en uw marktwaren, uw onderlinge koophandel, uw zeelieden, en uw schippers; die uw breuken verbeteren, en die onderlingen handel met u drijven, en al uw krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten dage van uw val. |
Ezechiel 27:33 | Als uw marktwaren uit de zeeën voortkwamen, hebt gij vele volken verzadigd; met de veelheid uwer goederen en uw onderlingen koophandel, hebt gij de koningen der aarde rijk gemaakt. |
Mattheus 11:16 | Doch waarbij zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan de kinderkens, die op de markten zitten, en hun gezellen toeroepen, |
Mattheus 20:3 | En uitgegaan zijnde omtrent de derde ure, zag hij anderen, ledig staande op de markt. |
Mattheus 23:7 | Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi! |
Markus 6:56 | En zo waar Hij kwam, in vlekken, of steden, of dorpen, daar legden zij de kranken op de markten, en baden Hem, dat zij maar den zoom Zijns kleeds aanraken mochten; en zovelen, als er Hem aanraakten, werden gezond. |
Markus 7:4 | En van de markt [komende], eten zij niet, tenzij dat zij [eerst] gewassen zijn. En vele andere dingen zijn er, die zij aangenomen hebben te houden, [als namelijk] de wassingen der drinkbekers, en kannen, en koperen vaten, en bedden. |
Markus 12:38 | En Hij zeide tot hen in Zijn leer: Wacht u voor de schriftgeleerden, die daar gaarne willen wandelen in lange klederen, en gegroet zijn op de markten; |
Lukas 7:32 | Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. |
Lukas 11:43 | Wee u, Farizeen, want gij bemint het voorgestoelte in de synagogen, en de begroetingen op de markten. |
Lukas 20:46 | Wacht u van de Schriftgeleerden, die daar willen wandelen in lange klederen, en beminnen de groetingen op de markten, en de voorgestoelten in de synagogen, en de vooraanzittingen in de maaltijden; |
Handelingen 16:19 | Als nu de heren van dezelve zagen, dat de hoop huns gewins weg was, grepen zij Paulus en Silas, en trokken hen naar de markt voor de oversten. |
Handelingen 17:5 | Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, [dit] benijdende, namen tot zich enige boze mannen uit de marktboeven, en maakten, dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad; en op het huis van Jason aanvallende, zochten zij hen tot het volk te brengen. |