Opstanding (Jezus)

Bijbelteksten

Mattheus 16:21Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.
Mattheus 17:23En zij zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.
Mattheus 20:19En zij zullen Hem den heidenen overleveren, om Hem te bespotten en te geselen, en te kruisigen; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.
Mattheus 26:32Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.
Markus 8:31En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen veel moest lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan.
Markus 9:31Want Hij leerde Zijn discipelen, en zeide tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan.
Markus 10:34En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.
Markus 14:28Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.
Lukas 9:22Zeggende: De Zoon des mensen moet veel lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood en ten derden dage opgewekt worden.
Lukas 18:33En [Hem] gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan.
Lukas 24:6Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea was,
Lukas 24:7Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan.
Handelingen 1:22Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van Zijn opstanding.
Handelingen 2:31Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien.
Handelingen 4:2Zeer ontevreden zijnde, omdat zij het volk leerden, en verkondigden in Jezus de opstanding uit de doden.
Handelingen 4:33En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de opstanding van den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen.
Handelingen 13:30Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt;
Handelingen 13:32En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen geschied is, dat [namelijk] God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus verwekt heeft.
Handelingen 17:18En sommigen van de Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen [zeiden]: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde.
1 Corinthiers 15:4En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;