Deuteronomium 6:4 | Hoor, Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE! |
Deuteronomium 6:5 | Zo zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen. |
Deuteronomium 6:6 | En deze woorden, die ik u heden gebiede, zullen in uw hart zijn. |
Deuteronomium 6:7 | En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat. |
Deuteronomium 6:8 | Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen. |
Deuteronomium 6:9 | En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven. |
Deuteronomium 11:13 | En het zal geschieden, zo gij naarstiglijk zult horen naar Mijn geboden, die Ik u heden gebiede, om den HEERE, uw God, lief te hebben, en Hem te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel; |
Deuteronomium 11:14 | Zo zal Ik den regen uws lands geven te Zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren, en uw most, en uw olie inzamelt. |
Deuteronomium 11:15 | En Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd worden. |
Deuteronomium 11:16 | Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt, en andere goden dient, en u voor die buigt; |
Deuteronomium 11:17 | Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de HEERE geeft. |
Deuteronomium 11:18 | Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen; |
Deuteronomium 11:19 | En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat; |
Deuteronomium 11:20 | En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten; |
Deuteronomium 11:21 | Opdat uw dagen, en de dagen uwer kinderen, in het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft hun te geven, vermenigvuldigen, gelijk de dagen des hemels op de aarde. |