1 Samuel 1:19 | En zij stonden des morgens vroeg op, en zij aanbaden voor het aangezicht des HEEREN, en zij keerden weder, en kwamen tot hun huis te Rama. En Elkana bekende zijn huisvrouw Hanna, en de HEERE gedacht aan haar. |
1 Samuel 1:20 | En het geschiedde, na verloop van dagen, dat Hanna bevrucht werd, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Samuel: Want, [zeide zij,] ik heb hem van den HEERE gebeden. |
1 Samuel 2:21 | Want de HEERE bezocht Hanna, en zij werd bevrucht, en baarde drie zonen en twee dochters; en de jongeling Samuel werd groot bij den HEERE. |
1 Samuel 4:19 | En zijn schoondochter, de huisvrouw van Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding hoorde, dat de ark Gods genomen was, en haar schoonvader gestorven was, en haar man, zo kromde zij zich, en baarde; want haar weeen overvielen haar. |
2 Samuel 11:5 | En die vrouw werd zwanger; zo zond zij henen, en liet David weten, en zeide: Ik ben zwanger geworden. |
2 Koningen 4:17 | En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon op dien gezette tijd, omtrent den tijd des levens, dien Elisa tot haar gesproken had. |
2 Koningen 8:12 | Toen zeide Hazael: Waarom weent mijn heer? En hij zeide: omdat ik weet, wat kwaad gij den kinderen Israels doen zult; gij zult hun sterkten in het vuur zetten, en hun jonge manschap met het zwaard doden, en hun jonge kinderen verpletteren, en hun zwangere vrouwen opensnijden. |
2 Koningen 15:16 | Toen sloeg Menahem Tifsah, met allen, die daarin waren, ook haar landpalen van Thirza af; omdat men niet [voor hem] had opengedaan, zo sloeg hij [hen]; al haar bevruchte vrouwen hieuw hij in stukken. |
1 Kronieken 7:23 | Daarna ging hij in tot zijn huisvrouw, en zij werd zwanger, en baarde een zoon; en hij noemde zijn naam Beria, omdat zij in ellende was in zijn huis. |
Job 39:5 | Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren? |
Job 39:6 | Als zij zich krommen, haar jongen met versplijting voortbrengen, haar smarten uitwerpen? |
Prediker 11:5 | Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, [of] hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere [vrouw], alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt. |
Jesaja 7:14 | Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. |
Jesaja 8:3 | En ik was tot de profetesse genaderd, die werd zwanger, en baarde een zoon; en de HEERE zeide tot mij: Noem zijn naam MAHER-SCHALAL, CHAZ-BAZ. |
Jesaja 13:18 | Maar [hun] bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen. |
Jesaja 26:17 | Gelijk een bevruchte vrouw, als zij nadert tot het baren, smarten heeft, en schreeuwt in haar weeen, alzo zijn wij geweest, o HEERE! vanwege Uw aangezicht. |
Jeremia 6:24 | Wij hebben zijn gerucht gehoord, onze handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft ons aangegrepen, weedom als van een barende [vrouw]. |
Jeremia 31:8 | Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder hen zullen zijn blinden en lammen, zwangeren en barenden te zamen; [met] een grote gemeente zullen zij herwaarts wederkomen. |
Hosea 14:1 | Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd, en hun zwangere [vrouwen] zullen opengesneden worden. |
Amos 1:13 | Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen der kinderen Ammons, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij de zwangere [vrouwen] van Gilead hebben opengesneden, om hun landpale te verwijden. |