Markus 11:10 | Gezegend [zij] het Koninkrijk van onzen vader David, hetwelk komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste [hemelen]! |
Markus 12:35 | En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is? |
Markus 12:36 | Want David zelf heeft door den Heiligen Geest gezegd: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter[hand], totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. |
Markus 12:37 | David dan zelf noemt Hem [zijn] Heere, en hoe is Hij zijn Zoon? En de menigte der schare hoorde Hem gaarne. |
Lukas 1:27 | Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. |
Lukas 1:32 | Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven. |
Lukas 1:69 | En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht; |
Lukas 2:4 | En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was); |
Lukas 2:11 | [Namelijk] dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. |
Lukas 3:31 | Den [zoon] van Meleas, den [zoon] van Mainan, den [zoon] van Mattatha, den [zoon] van Nathan, den [zoon] van David, |
Lukas 6:3 | En Jezus, hun antwoordende, zeide: Hebt gij ook dat niet gelezen, hetwelk David deed, wanneer hem hongerde, en dengenen, die met hem waren? |
Lukas 18:38 | En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner! |
Lukas 18:39 | En die voorbijgingen, bestraften hem, opdat hij zwijgen zou; maar hij riep zoveel te meer: Zone Davids, ontferm U mijner! |
Lukas 20:41 | En Hij zeide tot hen: Hoe zeggen zij, dat de Christus Davids Zoon is? |
Lukas 20:42 | En David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter[hand], |
Lukas 20:44 | David dan noemt Hem [zijn] Heere; en hoe is Hij zijn Zoon? |
Johannes 7:42 | Zegt de Schrift niet, dat de Christus komen zal uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was? |
Handelingen 1:16 | Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door den mond Davids voorzegd heeft van Judas, die de leidsman geweest is dergenen die Jezus vingen; |
Handelingen 2:25 | Want David zegt van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want Hij is aan mijn rechter[hand], opdat ik niet bewogen worde. |
Handelingen 2:29 | Gij mannen broeders, het is [mij] geoorloofd vrij uit tot u te spreken van den patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons tot op dezen dag. |