Rizpa
רִצְפָּה H7532 "Rizpa",

Zie ook: Personen, Namen, Saul (koning),

Rizpa (Hebreeuws רִצְפָּה H7532), persoon in de Bijbel.

Inhoud

Bijbel

Bijvrouw van Saul, de dochter van Aja. De eerste keer dat we van haar horen is als Isboseth de reprimande geeft aan Abner, waarom deze de concubine van zijn vader heeft verkracht/genomen (2 Sam. 3:7) en wat riekt naar een coupe. Abner begint hem uit te schelden, en omdat Isboseth bang voor hem was houdt hij verder zijn mond. Het gevolg is wel dat Abner overloopt naar koning David, die vervolgens zijn vrouw Michal terugeist (2 Sam. 3:13-16).

De tweede keer dat ze wordt genoemd is als tijdens een hongersnood koning David de Gibeonieten bij hem laat komen en hem eraan herinneren dat zijn voorganger Saul de Gibeonieten heeft gedood (2 Sam. 21:1ev.). Koning David komt met hen overeen dat 7 mannen uit het nageslacht van Saul gedood worden en tegen de muren van Gibea werden opgehangen (2 Sam. 21:6), hieronder waren de twee zonen van Rizpa (2 Sam. 21:8-9). De weduwe die nu ook nog eens van haar twee zoons is beroofd, gaat naar de plek waar haar zoons hangen en legt daar een doek op de rotsgrond en besluit de rottende lijken van haar zoons, dag en nacht, te beschermen tegen de aasvogels en wilde dieren (2 Sam. 21:10). Dit doet ze meerdere maanden lang, van de graanoogst (voorjaar) tot de regen weer komt (late herfst). Haar doen en laten wordt doorverteld aan koning David (2 Sam. 21:11) die vervolgens de lijken van de muur afhaalt en samen met de beenderen van Saul en Jonathan (2 Sam. 21:12-13) en geeft een eervolle begrafenis te Zela waar ook Kis, de vader van Saul ligt (2 Sam. 21:14).


Aangemaakt 19 oktober 2005


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!