Met apocriefe werken worden de religieuze teksten bedoeld die niet behoren tot de officiële Bijbelteksten (canon). De meeste van deze zijn ontstaan tussen de 2de eeuw voor en na Christus. De term werd geïntroduceerd door Hieronymus (ca. 342-420 n.C.), die er de boeken mee bedoelde die wel aanwezig waren in sommige van de Griekse Septuaginta maar niet in de Hebreeuwse bijbel.
Apocriefen van het Oude Testament (Grieks: ἀπόκρυφος, apokruphos "geheim, verborgen"), een reeks boeken die aanvankelijk door sommige christenen als onderdeel van het Oude Testament van de Bijbel werden beschouwd, maar uiteindelijk niet in de canon van de Bijbel zijn opgenomen.
Daarnaast zijn er ongeveer tien boeken apocrief, die gezaghebbend zijn in enkele kerken, zoals de Oosters-orthodoxe kerk en de Rooms-katholieke Kerk. Deze boeken worden deuterocanoniek genoemd (‘in tweede instantie aan de canon toegevoegd’).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!