Big Bang

Zie ook: Beeldbank, Heelal, Universum, Kosmologie,

De big bang, of oerknal, is de benaming van een evolutionistische en kosmologische theorie die op basis van de algemene relativiteitstheorie veronderstelt dat 13,8 miljard jaar geleden het heelal ontstond uit een enorm heet punt (ca. 1028 K), met een bijna oneindig grote dichtheid, ofwel een singulariteit. Tegelijkertijd met de oerknal zouden ruimte en tijd zijn ontstaan.

Inhoud

Vraagtekens rondom de oerknal

De kosmologie probeert zonder tussenkomst van de Schepper een verklaring te vinden voor de wordingsgeschiedenis van het heelal. Het is bekend hoe het heelal er nu uitziet, maar hoe is dat zo gekomen? Op zich kan elk mens daarover onbegrensd over filosoferen, mits er geen uitgangspunten waren waaraan een dergelijk idee moet voldoen. En die uitgangspunten zijn er wel. Zo moet het voldoen aan de natuurkundewetten zoals wij deze hier op Aarde kennen. Niet bewezen is of deze natuurkundewetten geldig voor de Aarde, compleet zijn en in de uithoeken van de kosmos ook toepasbaar zijn. Ook moet het voldoen aan alle waarnemingen die met de grootste telescopen hier op aarde, en met b.v. de Hubble ruimtetelescoop gedaan worden. En dan nog zijn er tot de dag van vandaag naast de big bang-kosmologie andere ideeën t.a.v. de wordingsgeschiedenis van de kosmos. Deze zijn geheel in strijd met de big bang-kosmologie. Beiden gebruiken echter dezelfde waarnemingen voor hun eigen karretje. De big bang-kosmologie is echter sneller inzichtelijk te maken voor een leek en daardoor populairder en meer besproken. Denk aan b.v. de variabele massa-kosmologie (ontworpen door kosmoloog H. Arp en T. Van Flandern), die ervan uit gaat dat het heelal nooit begonnen is. Ook dit druist trouwens geheel in tegen elk gevoel voor een eenmalige Schepping.

De eerste sterren

In de kosmologische achtergrondstraling heeft de NASA satelliet WMAP (Wilkinson Microwave Anisotropy Probe) gepolariseerd licht gevonden, waaruit de conclusie wordt getrokken dat 200 miljoen jaar na de oerknal de eerste sterren ontstonden. Sceptici denken tot de dag van vandaag dat het gevonden gepolariseerde licht uit het zonnestelsel afkomstig is en niets te maken heeft met waarnemingen die te maken hebben met de oorsprong van het heelal zelf. Alleen door een aaneenschakeling van aannames komt de big bang-kosmologie tot een idee dat de genoemde polarisatie een verklaring is voor wat de big bang-kosmologie voorspelt. Kort maar krachtig: die sterren zijn niet gezien. Ze zijn op hypothetische wijze aangenomen als verklaring om de big bang-kosmologie overeind te houden. Om nog een schepje hier bovenop te doen gaat de big bang-kosmologie ervan uit dat de creatie vanuit wanorde van het begin, tot de huidige orde of structuur van nu, op basis van een kansspel plaats vond. Iets wat tegen de regels van de natuurwetten in gaat. Volgens de natuurwet van de entropie ontstaat structuur niet spontaan. De Bijbel zegt dat God als gezaghebbende over alle dingen alles creëerde. Hier is geen kansspel voor nodig.

Het meeste is donker

Het is niet eenvoudig voor een kosmoloog om de big bang kosmologie overeind te houden. Het aantal waarnemingen wijst erop dat de bewegingen van groepen sterren en groepen sterrenstelsels niet te begrijpen mijn met onderlinge zwaartekrachtwerking onderling. Er moet veel meer materie in het heelal zijn dan dat deel wat zichtbaar is. Op zich is dat geen probleem want waarom zou alles licht geven. Alleen licht kunnen wij hier op aarde waarnemen, maar het betekent wel dat we uit die 5% die we wel kunnen zien conclusies trekken over het hele heelal. Bovendien bleek in 2007 voor het eerst dat donkere materie niet altijd te midden van de lichtgevende materie in het heelal aanwezig is. Het is soms apart. De oorzaak hiervan is onbekend. Daar komt bij dat in 1998 ontdekt is dat het heelal versneld na de oerknal i.p.v. afremt als gevolg van onderlinge zwaartekrachtwerking. Kosmologen vinden dat zij hiermee donkere energie gevonden hebben. Je kunt dit niet zien, maar het heeft een afstotende werking. De natuurwetten voor donkere energie ontbreken. Het is onbekend wat het is. Het kan ook zo maar zijn dat het big-bang model geheel onjuist is i.p.v. dat er donkere energie gevonden is. Kosmologen tasten steeds meer in het duister.

Lang geleden was er een mistige gasbol

Anders is het trouwens met de kosmologische achtergrondstraling zelf. Het is zeer aannemelijk dat dit licht is dat uit de grenzeloze verste van de kosmos. Ook is zeker dat daar dit licht uitgezonden is door een mistige en dus ondoorzichtige gasbol. Kosmologen trekken deze conclusie, zonder uitzondering, uit de vorm van het spectrum van dit licht.

Onmetelijke afstanden: je kunt er niet omheen

Naarmate we minder ver het heelal in kijken wordt alles meer feitelijk. Dergelijke onzekerheden zijn verdwenen als we theorie en praktijk samenbrengen in ons eigen zonnestelsel. De afstand naar de zon en de maan zijn b.v. elk moment van de dag tot op de millimeter te bepalen. Zou ik mijn dochter de zon aanwijzen en zeggen: "Kijk daar staat de zon", dan lieg ik. De zon stond daar 8 minuten geleden. Het duurt namelijk even voordat het licht deze 150 miljoen kilometer overbrugt en hier op aarde aankomt. Zo is het ook met de sterren. De afstanden naar de sterren is feitelijk aangetoond. Dit kan op diverse manieren gedaan worden, die allemaal hetzelfde resultaat opleveren. De dichtstbijzijnde ster, buiten onze eigen ster: 'de Zon', staat op 4 lichtjaar afstand. Je zou kunnen zeggen dat het sterlicht dat ik vanavond kan zien, in 1999 is uitgezonden. Veel andere sterren, waarvan de afstand extreem nauwkeurig te bepalen zijn, staan veel verder weg. Dit zijn afstanden tot om en nabij de 10.000 lichtjaar. Het licht is dus 8000 voor Chr. uitgezonden. Je ziet vanavond een ster waarvan het licht 10.000 jaar geleden is uitgezonden. Je ziet dus het verleden als je naar de sterren kijkt. Ook het heelal als zodanig moet dan minstens ook zo oud zijn. Het is Bijbels dat de schepping langer geleden is dan enige duizenden jaren geleden. Minder zeker wordt het als het gaat om sterren die nog veel verder weg staan. Praten we over miljoenen jaren, dan is de wetenschap wel zo ver dat hier zeker waarde aan gehecht kan worden, ook als zitten ze er mogelijk 50% naast. Bij dit alles gaan we ervan uit dat de natuurwetten overal in het heelal dezelfde is. Dat is aannemelijk maar niet bewezen. Ook ga je ervan uit dat God tijdens de schepping niet tegelijk het licht onderweg naar je oog geschapen heeft om de sterren ouder te laten lijken dan ze werkelijk zijn. Persoonlijk heb ik met dit laatste wat moeite mee. God maakt informatie (licht) onderweg waaruit wij door Hem gepland de verkeerde conclusies zullen trekken. God verzoekt ons wel, maar misleidt ons nooit.

De Bijbel leert dat de sterren extreem oud kunnen zijn

Uit het geslachtenregister van de Bijbel blijkt dat de mens vanaf de schepping van de eerste mens Adam ongeveer 6000 jaar op Aarde is. De sterren waren er dus al eerder. Pas op de vierde scheppingsdag wees God de vaste tijden aan omdat de ritmes van de Zon en de Maan op Aarde zichtbaar werden (Gen 1:14 - 19). Voor deze tijd geeft de Bijbel dus de ruimte dat een dag niet uitgelegd hoeft te worden als 24 uur. Na die tijd trouwens wel! De zon is een van ontelbaar vele sterren die God geschapen heeft. Sterren kunnen dus miljoenen of miljarden jaren uit zijn, mist deze ontstaan zijn voor de vierde scheppingsdag.

Conclusie

De big bang-kosmologie is de pilaar onder de moderne kosmologie maar vertoont steeds meer barsten. Komt het tot een scheuring dan zijn we terug bij af. De mens heeft meer hersencellen dan dat er sterren in onze eigen Melkweg staan. God heeft een aantal van deze mensen de wijsheid en gaven gegeven om deze moeilijke materie te onderzoeken. Wie zijn wij dan dat om hier tegenin te gaan. Anderzijds zouden we geheel ontspoord worden als we in die grote onmetelijke kosmos geen grote Veroorzaker / Creator / almachtig Schepper zien en op eigen houtje zonder deze extra dimensie de kosmos willen doorgronden. De grootste atheïst weet diep in zijn hart dat de kosmos niet zonder een oorzaak / scheppingsmoment kan. In dit alles weerklinkt een boodschap. God toont zijn kennis, wijsheid en almacht aan ons mensen, door iets te schapen wat wij per definitie niet en nooit kunnen doorgronden. Zonder een creërend God met een vooraf opgesteld plan, kan je niet doorgronden waar het universum, zoals dat er nu uit ziet, vandaan komt.

Drs. R.H.A. de Jong, Barneveld


Enkele gedachten over het ontstaan van het heelal

De wetenschap gaat uit van 'het systematisch geordende geheel van het weten en van de regels waarmee verdere kennis verkregen kan worden", dit doet men door waarnemingen, "met de zintuigen in zich opnemen" en op basis van deze het opzetten van theorieën, wat is een "systeem van denkbeelden of hypotheses ter verklaring van iets". Onder hypothese verstaat men "een wetenschappelijke, te falsifiëren stelling" of een "aangenomen veronderstelling (=> vooronderstelling)".

Een van de zaken waar men zich in de natuurwetenschappen mee bezig houdt is het ontstaan van dit alles. In de kosmologie, "de wetenschap of theorie van het heelal als een geordend geheel beschouwd" is met name de Big Bang hypothese bekend. Echter in hoeverre is deze hypothese onderbouwd en is deze te verenigen met het geloof? Nu is de aard van de wetenschap in het algemeen dat zij een fenomeen verklaren in de vorm "Dit fenomeen gebeurde omdat...", terwijl de theologie dit doet in de vorm van "Dit fenomeen gebeurde als gevolg van...". Het grote verschil is dus dat de wetenschap begint met het excluderen van ieder geestelijk iets, terwijl theologie juist begint met God in de studie van de natuur.
Willen wij dus deze hypothese verifiëren dan moeten alle aspecten, zowel de wetenschappelijke als de geestelijke, bestudeerd worden. Nu blijkt dat ongeacht welke hypothese in de kosmologie wordt aangehangen, er drie mogelijke verklaringen zijn voor het begin van het heelal (McDowell, J., 1980, The Creation, Here's Life Publishers, Inc., San Bernardino, California, p. 33) :

De eerste optie moet afgewezen worden, daar het onlogisch is dat iets ontstaat uit niets. We kunnen dat bewijzen aan de hand van Einstein’s beroemde formule E=mc2 (energie (E) is gelijk aan de massa (m) vermenigvuldigd met het kwadraat van de lichtsnelheid (c2)).
De tweede optie is ook onrealistisch en onbetrouwbaar omdat deze niet voldoet aan de twee meest fundamentele wetten van de natuurkunde:

Volgens deze twee wetten kan het heelal alleen maar ouder worden en zal uiteindelijk in totale chaos vervallen.
We komen nu bij de laatste en derde optie en ter wille van een eerlijk en objectief onderzoek mogen we niet de mogelijkheid ontkennen van het bestaan van een Brein of Intelligentie welke het heelal schiep op een ordelijke wijze. Om een en ander duidelijk te maken wil ik als voorbeeld het 'Toevalsspel' van Argax noemen welke in Het Oneindige Verhaal van Michael Ende wordt aangehaald (p. 337-338).

De schrijver gaat ervan uit dat alle verhalen in de wereld in wezen uit slechts zesentwintig letters bestaan. De letters zijn steeds dezelfde, alleen hun onderlinge samenhang wisselt. Met de letters worden woorden gevormd, met de woorden zinnen, met de zinnen hoofdstukken en met hoofdstukken verhalen. Het Toevalsspel gaat er dan ook vanuit dat als je maar lang genoeg gooit met een aantal dobbelstenen, met letters op de zes kanten, er op een gegeven moment bij toeval woorden ontstaan. Als je nog langer doorspeelt, bijvoorbeeld honderd jaar of desnoods nog langer, dan moet er naar alle toevalligheid ook eens een gedicht uit komen. En speel je het voor eeuwig, dan moeten zo alle gedichten en verhalen die er maar mogelijk zijn ontstaan.

Dezelfde redenatie vindt men terug in de evolutieleer, ook hier gaat men er van uit dat door een toevallige samenloop, 'Big Bang' genaamd, er allerlei atomen ontstonden. Door aantrekking en afstoting ontstonden in de eeuwen hierna moleculen, welke in de millennia daarna sterrenstelsels en sterren vormden. Door toeval ontstonden door inwerking van verschillende sterren planeten. Vervolgens ontstond op microkosmos niveau mineralen waaruit weer eiwitten ontstonden. Hieruit ontstonden miljarden jaren later bij toeval plantaardige en dierlijke wezens, welke verder evalueerden in de miljoenen jaren tot wat we nu zien.

Gaat men er in het Toevalsspel van Argax nog er van uit dat er een verhalenschrijver is die door middel van dobbelstenen een verhaal schrijft, in de evolutieleer gaat men er van uit dat zelfs de 'verhalenschrijver' niet meer aanwezig is en dat alles bij toeval ontstond. Hoe logisch beide redenaties ook mogen zijn, het is vele malen logischer dat met de intelligentie van de verhalenschrijver een verhaal sneller geschreven kan worden door niet gebruik te maken van de dobbelstenen maar door de woorden en zinnen rechtstreeks op te schrijven. Het zelfde geldt voor de evolutie ook in deze is het vele malen logischer om in een 'bovennatuurlijk' Wezen te geloven die het heelal heeft gecreëerd.

Bovendien wordt in beide redenaties nog iets anders vergeten. Stel dat er door het spel van Argax een verhaal is ontstaan, dan is dat nog steeds niets anders dan een willekeurige rangschikking van letters. Het bijzondere van een verhaal is dat naast deze willekeurige rangschikking van letters er op een hoger niveau een betekenis in is gelegd door de schrijver en welke alleen begrepen kan worden door iemand die niet alleen de letters herkend maar ook weet wat de diverse woorden betekenen en wat er in de context van de zinnen mee wordt bedoeld.
Het zelfde geldt voor de mens, als dit volgens de evolutieleer alleen maar een toevallige rangschikking is van atomen en moleculen, dan gaat men er volledig aan voorbij dat de mens kan denken en op een geheel ander abstractie niveau handelingen kan uitvoeren welke absoluut onmogelijk zijn op het niveau van atomen en moleculen. Men denke bijvoorbeeld aan het schrijven van een verhaal, de fantasieën welke al dan niet in een verhaal zijn neergezet hoeven absoluut niet te voldoen aan de natuurwetten van het heelal.

Op dit punt blijkt dat het steeds waarschijnlijker wordt dat een intelligent Wezen het heelal en alles wat daar in is heeft geschapen. Als dit zo is kunnen we dan bewijzen vinden van deze God. In de automatisering, welke een creatie is van de mens, vinden we ook allerlei aanwijzingen dat het door mensen is gemaakt. Bijvoorbeeld, het logo in een programma, of als we geluk hebben zien we de naam en het email adres van de programmeur. Er is dus een afdruk in de programma's dat het door iemand is gemaakt, in de mensheid zien we ook zo'n afdruk of besef dat er een God bestaat. In iedere cultuur en beschaving in welke tijd is er altijd sprake geweest dat er een god of goden zijn.
Vaak is dit een vertekend beeld, doordat bijvoorbeeld voorbeelden uit het heelal (de maan of de planeten) het voorwerp zijn geworden, zoals in de sterreligies, of we zien dat zo'n voorbeeld wordt gemixt met godsbesef en zodoende tot een bovennatuurlijk wordt bevorderd, zoals bij de moslims (Allah was van oorsprong de maan). In de joodse en christelijke religie zien we een beeld geschetst welk is ontdaan van bovengenoemde vertekeningen.

In het allereerste Bijbelboek Genesis (בְּרֵאשִׁית), wordt verhaald hoe God de hemel en de aarde schiep (ex nihilo), we lezen regelmatig "En God zeide" het woord אמרH559 zeide staat altijd in verband met een object, in dit geval de materie. Later in Psalm 33: 6 wordt deze uitdrukking specifieker benadrukt: "Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.". Het Hebreeuwse דברH1697 heeft niet alleen een betekenis van Woord, maar ook van Doen en dan in de context dat er een plan aanwezig is. Als we dan de eerste verzen van Genesis opnieuw lezen dan blijkt dus dat door middel van een zeer overwogen plan de hemel en aarde werd geschapen. Echter dit is nog steeds een creatie van materie en we hebben geconstateerd dat mensen meer zijn dan materie, immers het denken, de intelligentie is niet te vergelijken met materie. We lezen nu in Genesis 1: 27 "En God schiep de mens naar Zijn beeld", hoe Hij dit deed blijkt uit een volgend hoofdstuk (2: 4-7): Maar een damp was opgegaan uit de aarde, en bevochtigde den gansen aardbodem. En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, hier wordt dus weer gesproken over de materie, maar dit was niet voldoende want anders bleef de mens zielloos en de dieren gelijk. Vandaar dat er vervolgt wordt met: en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens. God voegde dus een iets van Zichzelf toe, waardoor de mens werd tot een levende ziel.
Hieruit blijkt dat God de Maker is van alles en net zoals een programmeur met een simpele druk op de knop zijn programma kan verwijderen zo kan ook God dit. Opdat men wete, van den opgang der zon en van den ondergang, dat er buiten Mij niets is, Ik ben de HEERE, en niemand meer. (Jesaja 45: 6) waarbij nog eens nadrukkelijk wordt gewezen waarom God dit kan: Ik formeer het licht, en schep de duisternis; Ik maak den vrede en schep het kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen. (vs. 7)

Nu we op een logische manier hebben aangetoond dat God de Schepper is, komt automatisch de vraag op waarom God dan Zijn Zoon naar deze aarde stuurde voor onze zonden. Was er dan geen andere mogelijkheid? Ook hier blijkt dat de Bijbel op een logische manier een antwoord geeft. In Johannes 1: 1-5 lezen we: In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. In de eerste instantie lijkt dit erg op de passage in Genesis, ook hier weer de nadruk dat alles door God is gemaakt en wel door λογοςG3056 het Woord. Het woord λογος is zeer zorgvuldig gekozen en heeft niet alleen de betekenis van een gesproken woord (cf. Matthëus 8:8; Hesiodus Theogony 229) maar ook van een gedachte, een intentie (cf. Plato Phaedrus 73a), terwijl in de Joods Alexandrijnse filosofie van Philo de λογος de betekenis krijgt van het Denken als scheppende kracht, in dan specifiek de scheppende gedachte van God "de Rede".
De enige Weg om wijzigingen in Zijn creatie door te voeren kan alleen door dit zelf te doen, hier zien we dus een 'afdruk' van Gods ingrijpen. Dit was de enige mogelijkheid om de schepping volkomen te laten worden of zoals in Colossenzen (1: 20) staat : En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn. Hierdoor is er een eeuwigdurende vrede gesticht tussen God en alles wat in de hemelen en op aarde is. Door de wetten welke aan Mozes zijn gegeven (Exodus 20: 1; Johannes 1:17) wisten we wat we wel of niet moesten doen, maar door Christus is de genade en de waarheid geworden Vandaar dat Christus zei: Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. (Mat. 5: 17)

Concluderend kunnen we stellen dat theorieën en hypotheses zoals de 'Big Bang' niet blijken te voldoen op basis van bovengenoemde redeneringen. Verder kunnen we concluderen dat de hemel en aarde door een intelligent Wezen is geschapen, welke wij God noemen. Deze God heeft in Zijn schepping 'afdrukken' achtergelaten zoals onze verwachting was. Het enige wat wij als 'redelijke' mensen kunnen doen is deze God erkennen en Zijn geboden volgen.

J.P. v.d. Giessen (Sept. 2003)


Aangemaakt 23 september 2003, laatst gewijzigd 3 mei 2019


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!