Een rozenkrans of paternoster is een gebedssnoer welke in de Rooms-Katholieke Kerk wordt gebruikt als hulpmiddel bij het bidden.
In de Bijbel komen geen gebedssnoeren als hulpmiddel voor.
Een rozenkrans wordt gebruikt binnen de Rooms Katholieke kerk en bestaat uit 55 kralen (5 grote en 50 kleine kralen). Bij een volledig gebed wordt de rozenkrans 3x doorlopen en bestaat dan uit 15x het Onze Vader en 150x het Weesgegroet te bidden. Normaal wordt echter de rozenkrans eenmaal doorlopen en bestaat dan uit de volgende cyclus:
Het laatste gebed van de Rozenkrans bestaat uit het volgende:
Latijn | Vertaling |
Ora pro nobis, sancta Dei genetrix. Ut digni efficiamur promissionibus Christi. Oremus. Deus, cuius Unigenitus per vitam, mortem et resurrectionem suam nobis salutis aeternae praemia comparavit, concede, quaesumus: ut haec mysteria sacratissimo beatae Mariae Virginis Rosario recolentes, et imitemur quod continent, et quod promittunt assequamur. Per Christum Dominum nostrum. Amen. |
Bid voor ons heilige Moeder van God. Opdat wij de beloften van Christus waardig mogen worden. Laat ons bidden. God, Uw eniggeboren Zoon heeft ons door Zijn leven, Zijn dood en verrijzenis de beloning van het eeuwig heil bereid. Wij vragen U, geef ons, die door de allerheiligste rozenkrans van de zalige Maagd Maria deze geheimen gedenken, dat wij mogen navolgen wat zij bevatten, en mogen verkrijgen wat zij beloven. Door Christus, onze Heer. Amen. |
Ook in de Oosters Orthodoxe kerken komt een gebedssnoer voor en wordt dan een tsjotki/komboschkini genoemd. Bij de Russische oudgelovigen wordt het een lestovka (Russisch лестовка) of vervitsa (Russisch вервица) genoemd.
Ook bij andere religies komen gebedssnoeren voor.
Binnen de islam wordt het de tasbih (Arabisch تسبیح) genoemd en is overgenomen van de vroegere christenen. Anderen stellen dat deze is overgenomen van de boeddhistische mālā.
Binnen het boeddhisme kent men de mālā, die uit 108 kralen bestaat, of een veelvoud van 9, en wordt gebruikt voor het herhalen van mantra's.
De rozenkrans, zoals we die tegenwoordig kennen, is ontstaan in de 15de eeuw door de prediking van de dominicaan Alanus de Rupe (Alain de la Roche, ca. 1428-1475). In 1520 gaf paus Leo X goedkeuring aan dit gebed en heeft sindsdien weinig veranderingen ondergaan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!