G5660
[...]

Bijbelteksten

Lukas 15:23En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.
Lukas 16:2En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester zijn.
Lukas 16:6En hij zeide: Honderd vaten olie. En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift, en nederzittende, schrijf haastelijk vijftig.
Lukas 16:23En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot.
Lukas 16:24En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze vlam.
Lukas 17:18En zijn er geen gevonden, die wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling?
Lukas 18:18En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven?
Lukas 18:22Doch Jezus, dit horende, zeide tot hem: Nog een ding ontbreekt u; verkoop alles, wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, volg Mij.
Lukas 18:23Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk.
Lukas 18:26En die [dit] hoorden, zeiden: Wie kan dan zalig worden?
Lukas 18:33En [Hem] gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan.
Lukas 18:36En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, wat dat ware.
Lukas 18:40En Jezus, [stilstaande], beval, dat men denzelven tot Hem brengen zou; en als hij nabij [Hem] gekomen was, vraagde Hij hem,
Lukas 19:5En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.
Lukas 19:6En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.
Lukas 19:13En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling, totdat ik kome.
Lukas 19:27Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood.
Lukas 19:30Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.
Lukas 19:35En zij brachten hetzelve tot Jezus. En hun klederen op het veulen geworpen hebbende, zetten zij Jezus daarop.
Lukas 20:10En als het de tijd was, zond hij tot de landlieden een dienstknecht, opdat zij hem van de vrucht des wijngaards geven zouden; maar de landlieden sloegen denzelven, en zonden [hem] ledig heen.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen