G5660
[...]

Bijbelteksten

Markus 14:26En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar den Olijfberg.
Markus 14:40En wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden zouden.
Markus 14:63En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node?
Markus 14:67En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazarener.
Markus 15:1En terstond, des morgens vroeg, hielden de overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en schriftgeleerden, en den gehelen raad, en Jezus gebonden hebbende, brachten zij [Hem] heen, en gaven [Hem] aan Pilatus over.
Markus 15:8En de schare riep uit, en begon te begeren, [dat hij deed], gelijk hij hun altijd gedaan had.
Markus 15:15Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas losgelaten, en gaf Jezus over, als hij [Hem] gegeseld had, om gekruist te worden.
Markus 15:17En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem [die] op;
Markus 15:24En als zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk wegnemen zou.
Markus 15:35En sommigen van die daarbij stonden, [dit] horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias.
Markus 15:36En er liep een, en vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen.
Markus 15:39En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!
Markus 15:43Kwam Jozef, die van Arimathea [was], een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.
Markus 15:46En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond [Hem] in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs.
Markus 16:2En zeer vroeg op den eersten [dag] der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
Markus 16:4(En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot.
Markus 16:11En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet.
Markus 16:16Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.
Markus 16:17En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken,
Lukas 1:45En zalig is [zij], die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel