H1696 דָבַר
zeggen, toezeggen, aanspreken, spreken, uitspreken, leugensprekers

Bijbelteksten

Psalm 63:12Maar de koning zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers zal gestopt worden.
Psalm 66:14Die mijn lippen hebben geuit, en mijn mond heeft uitgesproken, als mij bange was.
Psalm 73:8Zij mergelen [de lieden] uit, en spreken boselijk van verdrukking; zij spreken uit de hoogte.
Psalm 75:6Verhoogt uw hoorn niet omhoog; spreekt [niet] met stijven hals.
Psalm 77:5Gij hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak niet.
Psalm 78:19En zij spraken tegen God, zij zeiden: Zou God een tafel kunnen toerichten in de woestijn?
Psalm 85:9Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren.
Psalm 87:3Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.
Psalm 89:20Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd.
Psalm 94:4Uitgieten? hard spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen?
Psalm 99:7Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen onderhouden, en de inzettingen, [die] Hij hun gegeven had.
Psalm 101:7Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
Psalm 108:8God heeft gesproken in Zijn heiligdom, [dies] zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.
Psalm 109:2Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.
Psalm 109:20Dit zij het werkloon mijner tegenstanders van den HEERE, en dergenen, die kwaad spreken tegen mijn ziel.
Psalm 115:5Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;
Psalm 116:10Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest.
Psalm 119:23[Als] zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.
Psalm 119:46Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.
Psalm 120:7Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij aan den oorlog.

Mede mogelijk dankzij