H3374 יִרְאָה
vrees, schrik, eerbied

Bijbelteksten

Spreuken 1:29Daarom, dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren.
Spreuken 2:5Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden.
Spreuken 8:13De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden.
Spreuken 9:10De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand.
Spreuken 10:27De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort.
Spreuken 14:26In de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen, en Hij zal Zijn kinderen een Toevlucht wezen.
Spreuken 14:27De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Spreuken 15:16Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij.
Spreuken 15:33De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid [gaat] voor de eer.
Spreuken 16:6Door goedertierenheid en trouw wordt de misdaad verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade.
Spreuken 19:23De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden.
Spreuken 22:4Het loon der nederigheid, [met] de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven.
Spreuken 23:17Uw hart zij niet nijdig over de zondaren; maar zijt te allen dage in de vreze des HEEREN.
Jesaja 7:25Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt om te hakken, daar zal men niet komen [uit] vrees der doornen en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending van den os, en tot vertreding van het kleinvee.
Jesaja 11:2En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN.
Jesaja 11:3En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.
Jesaja 33:6En het zal geschieden, dat de vastigheid uwer tijden, de sterkte van [uw] behoudenissen zal zijn wijsheid en kennis; de vreze des HEEREN zal zijn schat zijn.
Jesaja 63:17HEERE! waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen, [waarom] verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? Keer weder om Uwer knechten wil, de stammen Uws erfdeels.
Jeremia 32:40En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken.
Ezechiel 1:18En hun velgen, die waren zo hoog, dat zij vreselijk waren; en hun velgen waren vol ogen rondom aan die vier [raderen].

Mede mogelijk dankzij

Hadderech