2 Koningen 23:11 | En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-melech, den hoveling, die in Parvarim was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur. |
2 Kronieken 16:5 | En het geschiedde, als Baesa [zulks] hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en zijn werk staakte. |
2 Kronieken 36:21 | Opdat het woord des HEEREN vervuld wierd, door den mond van Jeremia, totdat het land aan zijn sabbatten een welgevallen had; het rustte al de dagen der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld waren. |
Nehemia 4:11 | Nu hadden onze vijanden gezegd: Zij zullen het niet weten, noch zien, totdat wij in het midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo zullen wij het werk doen ophouden. |
Nehemia 6:3 | En ik zond boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen? |
Job 32:1 | Toen hielden de drie mannen op van Job te antwoorden, dewijl hij in zijn ogen rechtvaardig was. |
Psalm 8:3 | Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. |
Psalm 46:10 | Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, den boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt. |
Psalm 89:45 | Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten. |
Psalm 119:119 | Gij doet alle goddelozen der aarde weg [als] schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief. |
Spreuken 18:18 | Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen. |
Spreuken 22:10 | Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden. |
Jesaja 13:11 | Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen. |
Jesaja 14:4 | Dan zult gij deze spreuk opnemen tegen den koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt de drijver op? [Hoe] houdt de goudene op? |
Jesaja 16:10 | Alzo dat de blijdschap en vrolijkheid weggenomen is van het vruchtbare veld, en in de wijngaarden wordt niet gezongen, [noch] enig gejuich gemaakt; de [druiven]treder treedt geen wijn uit in de wijnbakken, ik heb het vreugdegeschrei doen ophouden. |
Jesaja 17:3 | En de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der Syriers; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israels, spreekt de HEERE der heirscharen. |
Jesaja 21:2 | Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek op, o Elam! beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen ophouden. |
Jesaja 24:8 | De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust. |
Jesaja 30:11 | Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden! |
Jesaja 33:8 | De gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens. |