Genesis 3:6 | En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at. |
Genesis 48:14 | Maar Israel strekte zijn rechterhand uit, en legde die op het hoofd van Efraim, hoewel hij de minste was, en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse; hij bestierde zijn handen verstandelijk; want Manasse was de eerstgeborene. |
Deuteronomium 29:9 | Houdt dan de woorden dezes verbonds, en doet ze; opdat gij verstandelijk handelt in alles, wat gij doen zult. |
Deuteronomium 32:29 | O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. |
Jozua 1:7 | Alleenlijk wees sterk en heb zeer goeden moed, dat gij waarneemt te doen naar de ganse wet, welke Mozes, Mijn knecht, u geboden heeft, en wijk daarvan niet, ter rechter- noch ter linkerhand, opdat gij verstandelijk handelt alom, waar gij zult gaan; |
Jozua 1:8 | Dat het boek dezer wet niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat gij waarneemt te doen naar alles, wat daarin geschreven is; want alsdan zult gij uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult gij verstandelijk handelen. |
1 Samuel 18:5 | En David toog uit, overal, waar Saul hem zond; hij gedroeg zich voorzichtiglijk, en Saul zette hem over de krijgslieden; en hij was aangenaam in de ogen des gansen volks, en ook in de ogen der knechten van Saul. |
1 Samuel 18:14 | En David gedroeg zich voorzichtiglijk op al zijn wegen; en de HEERE was met hem. |
1 Samuel 18:15 | Toen nu Saul zag, dat hij zich zeer voorzichtiglijk gedroeg, vreesde hij voor zijn aangezicht. |
1 Samuel 18:30 | Als de vorsten der Filistijnen uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat David kloeker was, dan al de knechten van Saul; zodat zijn naam zeer geacht was. |
1 Koningen 2:3 | En neem waar de wacht des HEEREN, uws Gods, om te wandelen in Zijn wegen, om te onderhouden Zijn inzettingen, en Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn getuigenissen, gelijk geschreven is in de wet van Mozes; opdat gij verstandelijk handelt in al wat gij doen zult, en al waarheen gij u wenden zult; |
2 Koningen 18:7 | Zo was de HEERE met hem; overal, waar hij henen uittrok, handelde hij kloekelijk; daartoe viel hij af van den koning van Assyrie, dat hij hem niet diende. |
1 Kronieken 28:19 | Dit alles heeft men mij, [zeide David], bij geschrift te verstaan gegeven van de hand des HEEREN, [te weten] al de werken dezes voorbeelds. |
2 Kronieken 30:22 | En Jehizkia sprak naar het hart van alle Levieten, die verstand hadden in de goede kennis des HEEREN; en zij aten [de offeranden] des gezetten hoogtijds zeven dagen, offerende dankofferen, en lovende den HEERE, den God hunner vaderen. |
Nehemia 8:14 | En des anderen daags verzamelden zich de hoofden der vaderen van het ganse volk, de priesters en de Levieten, tot Ezra, den schriftgeleerde, en dat, om verstand te bekomen in de woorden der wet. |
Nehemia 9:20 | En Gij hebt Uw goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst. |
Job 22:2 | Zal ook een man Gode voordelig zijn? Maar voor zichzelven zal de verstandige voordelig zijn. |
Job 34:27 | Daarom dat zij van achter Hem afgeweken zijn, en geen Zijner wegen verstaan hebben; |
Job 34:35 | [Dat] Job niet met wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet met kloek verstand geweest zijn. |
Psalm 2:10 | Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! |