Psalm 19:8 | De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende. |
Psalm 37:31 | De wet zijns Gods is in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen. |
Psalm 40:9 | Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. |
Psalm 78:1 | Een onderwijzing van Asaf. O mijn volk! neem mijn leer ter oren; neigt ulieder oor tot de redenen mijns monds. |
Psalm 78:5 | Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israel; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken; |
Psalm 78:10 | Zij hielden Gods verbond niet, en weigerden te wandelen in Zijn wet. |
Psalm 89:31 | Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen; |
Psalm 94:12 | Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet, |
Psalm 105:45 | Opdat zij Zijn inzettingen onderhielden, en Zijn wetten bewaarden. Hallelujah! |
Psalm 119:1 | Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan. |
Psalm 119:18 | Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. |
Psalm 119:29 | Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet. |
Psalm 119:34 | Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte. |
Psalm 119:44 | Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos. |
Psalm 119:51 | De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; [nochtans] ben ik van Uw wet niet geweken. |
Psalm 119:53 | Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten. |
Psalm 119:55 | HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard. |
Psalm 119:61 | De goddeloze hopen hebben mij beroofd; [nochtans] heb ik Uw wet niet vergeten. |
Psalm 119:70 | Hun hart is vet als smeer; [maar] ik heb vermaak [in] Uw wet. |
Psalm 119:72 | De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver. |