H8451 תּוֹרָה
instructie, wet

Bijbelteksten

Spreuken 13:14Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Spreuken 28:4Die de wet verlaten, prijzen de goddelozen; maar die de wet bewaren, mengen zich [in strijd] tegen hen.
Spreuken 28:7Die de wet bewaart, is een verstandig zoon; maar die der vraten metgezel is, beschaamt zijn vader.
Spreuken 28:9Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.
Spreuken 29:18Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart.
Spreuken 31:26[Pe.] Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.
Jesaja 1:10Hoort des HEEREN woord, gij oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij volk van Gomorra!
Jesaja 2:3En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
Jesaja 5:24Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert, en het kaf door de vlam verdaan wordt, [alzo] zal hun wortel als een uittering wezen; en hun bloem zal als stof opvaren; omdat zij verwerpen de wet des HEEREN der heirscharen, en de rede des Heiligen van Israel versmaden.
Jesaja 8:16Bind de getuigenis toe; verzegel de wet onder mijn leerlingen.
Jesaja 8:20Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.
Jesaja 24:5Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond.
Jesaja 30:9Want het is een wederspannig volk; het zijn leugenachtige kinderen; kinderen, die des HEEREN wet niet horen willen.
Jesaja 42:4Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten.
Jesaja 42:21De HEERE had lust [aan hem], om Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte [hem] groot [door] de wet, en Hij maakte [hem] heerlijk.
Jesaja 42:24Wie heeft Jakob tot een plundering overgegeven, en Israel den rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen in Zijn wegen, en zij hoorden niet naar Zijn wet.
Jesaja 51:4Luistert naar Mij, Mijn volk! en Mijn lieden, neigt naar Mij het oor! want een wet zal van Mij uitgaan, en Ik zal Mijn recht doen rusten tot een licht der volken.
Jesaja 51:7Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet.
Jeremia 2:8De priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden tegen Mij; en de profeten profeteerden door Baal, en wandelden [naar dingen, die] geen nut doen.
Jeremia 6:19Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel