Schip, Schepen

Bijbelteksten

Markus 6:48En Hij zag, dat zij zich zeer pijnigden, om [het schip] voort te krijgen; want de wind was hun tegen; en omtrent de vierde wake des nachts, kwam Hij tot hen, wandelende op de zee, en wilde hen voorbijgaan.
Markus 6:51En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.
Markus 6:54En als zij uit het schip gegaan waren, terstond werden zij Hem kennende.
Markus 8:13En Hij verliet hen, en wederom in het schip gegaan zijnde, voer Hij weg naar de andere zijde.
Markus 8:14En Zijn discipelen hadden vergeten brood mede te nemen, en hadden niet dan een brood met zich in het schip.
Lukas 5:2En Hij zag twee schepen aan [den oever] van het meer liggende, en de vissers waren daaruit gegaan, en spoelden de netten.
Lukas 5:3En Hij ging in een van die schepen, hetwelk van Simon was, en bad hem, dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende, leerde Hij de scharen uit het schip.
Lukas 5:11En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten zij alles, en volgden Hem.
Lukas 8:22En het geschiedde in een van die dagen, dat Hij in een schip ging, en Zijn discipelen [met Hem]; en Hij zeide tot hen: Laat ons overvaren aan de andere zijde van het meer. En zij staken af.
Lukas 8:37En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarenen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, keerde wederom.
Johannes 6:21Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren.
Johannes 6:23(Doch er kwamen andere scheepjes van Tiberias, nabij de plaats, waar zij het brood gegeten hadden, als de Heere gedankt had.)
Johannes 6:24Toen dan de schare zag, dat Jezus aldaar niet was, noch Zijn discipelen, zo gingen zij ook in de schepen, en kwamen te Kapernaum, zoekende Jezus.
Johannes 21:8En de andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van het land, maar omtrent tweehonderd ellen), slepende het net met de vissen.
Handelingen 20:13Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen, en hij zelf zou te voet gaan.
Handelingen 20:38Zeer bedroefd zijnde, allermeest over het woord, dat hij gezegd had, dat zij zijn aangezicht niet meer zien zouden; en zij geleidden hem naar het schip.
Handelingen 21:2En een schip gevonden hebbende, dat naar Fenicie overvoer, gingen wij er in, en voeren af.
Handelingen 21:3En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker[hand] gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen.
Handelingen 21:6En als wij elkander gegroet hadden, gingen wij in het schip; maar zijlieden keerden wederom, [elk] naar het zijne.
Handelingen 27:2En in een Adramyttenisch schip gegaan zijnde, alzo wij de plaatsen langs Azie bevaren zouden, voeren wij af; en Aristarchus, de Macedonier van Thessalonica, was met ons.

Livius Onderwijs