Hand (lichaamsdeel)

Bijbelteksten

Markus 3:3En Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta op in het midden.
Markus 3:5En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, zeide Hij tot den mens: Strek uw hand uit. En hij strekte ze uit; en zijn hand werd hersteld, gezond gelijk de andere.
Markus 5:23En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; [ik bid U], dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.
Markus 5:41En Hij vatte de hand van het kind en zeide tot haar: Talitha kumi! hetwelk is, zijnde overgezet: Gij dochtertje (Ik zeg u), sta op.
Markus 6:2En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die [Hem] hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar [komen] Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?
Markus 6:5En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen zieken de handen op, en genas hen.
Markus 7:2En ziende, dat sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is, met ongewassen handen brood aten, berispten zij [hen].
Markus 7:3Want de Farizeen en al de Joden eten niet, tenzij dat zij [eerst] de handen dikmaals wassen, houdende de inzettingen der ouden.
Markus 7:5Daarna vraagden Hem de Farizeen en de Schriftgeleerden: Waarom wandelen Uw discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het brood met ongewassen handen?
Markus 7:32En zij brachten tot Hem een dove, die zwaarlijk sprak, en baden Hem, dat Hij de hand op hem legde.
Markus 8:23En de hand des blinden genomen hebbende, leidde Hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen, en legde de handen op hem, en vraagde hem, of hij iets zag.
Markus 8:25Daarna legde Hij de handen wederom op zijn ogen, en deed hem opzien. En hij werd hersteld, en zag hen allen ver en klaar.
Markus 9:27En Jezus hem bij de hand grijpende, richtte hem op; en hij stond op.
Markus 9:31Want Hij leerde Zijn discipelen, en zeide tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan.
Markus 9:43En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur;
Markus 10:16En Hij omving ze met Zijn armen, [en] de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.
Markus 14:41En Hij kwam ten derden male, en zeide tot hen: Slaapt [nu] voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; ziet, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren.
Markus 14:46En zij sloegen hun handen aan Hem, en grepen Hem.
Markus 14:58Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en in drie dagen een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen.
Markus 16:18Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.

TuinTuin