2 Samuel 1:19 | O Sieraad van Israel, op uw hoogten is hij verslagen; hoe zijn de helden gevallen! |
2 Samuel 7:14 | Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen. |
Psalm 1:1 | Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; |
Psalm 2:1 | Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? |
Psalm 3:1 | Een psalm van David, als hij vlood voor het aangezicht van zijn zoon Absalom. |
Psalm 4:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 5:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Nechiloth. |
Psalm 6:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. |
Psalm 7:1 | Davids Schiggajon, dat hij den HEERE gezongen heeft, over de woorden van Cusch, den zoon van Jemini. |
Psalm 8:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Gitthith. |
Psalm 9:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-labben. |
Psalm 11:1 | [Een psalm] van David, voor den opperzangmeester. Ik betrouw op den HEERE; hoe zegt gijlieden tot mijn ziel: Zwerft henen [naar] ulieder gebergte, [als] een vogel? |
Psalm 12:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Scheminith. |
Psalm 13:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |
Psalm 14:1 | [Een psalm] van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk [met hun] werk; er is niemand, die goed doet. |
Psalm 15:1 | Een psalm van David. HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid? |
Psalm 16:1 | Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God! want ik betrouw op U. |
Psalm 17:1 | Een gebed van David. HEERE! hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke lippen [gesproken]. |
Psalm 18:1 | Voor den opperzangmeester, [een psalm] van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als hem de HEERE gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. |
Psalm 19:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. |