Psalm 89:37 | Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon. |
Psalm 89:38 | Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela. |
Psalm 89:53 | Geloofd zij de HEERE in eeuwigheid! Amen, ja, amen. |
Psalm 90:2 | Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. |
Psalm 92:9 | Maar Gij zijt de Allerhoogste in eeuwigheid de HEERE! |
Psalm 93:2 | Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. |
Psalm 100:5 | Want de HEERE is goed; Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid, en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht. |
Psalm 102:13 | Maar Gij, HEERE! blijft in eeuwigheid, en Uw gedachtenis van geslacht tot geslacht. |
Psalm 103:9 | Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk [den toorn] behouden. |
Psalm 103:17 | Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; |
Psalm 104:5 | Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen. |
Psalm 104:31 | De heerlijkheid des HEEREN zij tot in der eeuwigheid; de HEERE verblijde Zich in Zijn werken. |
Psalm 105:8 | Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der eeuwigheid, des woords, [dat] Hij ingesteld heeft, tot in duizend geslachten; |
Psalm 105:10 | Welken Hij ook gesteld heeft aan Jakob tot een inzetting, aan Israel [tot] een eeuwig verbond, |
Psalm 106:1 | Hallelujah! Looft den HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 106:31 | En het is hem gerekend tot gerechtigheid, van geslacht tot geslacht tot in eeuwigheid. |
Psalm 106:48 | Geloofd zij de HEERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid; en al het volk zegge: Amen, Hallelujah! |
Psalm 107:1 | Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 110:4 | De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. |
Psalm 111:5 | [Teth.] Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; [Jod.] Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond. |