H7760 שׂוּם
put, lay, appoint, give, , set, make
Exodus 40:5 | En gij zult het gouden altaar ten reukwerk voor de ark der getuigenis zetten, dan zult gij het deksel van de deur des tabernakels ophangen. |
Exodus 40:8 | Daarna zult gij den voorhof rondom zetten, en gij zult het deksel ophangen aan de poort des voorhofs. |
Exodus 40:18 | Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op. |
Exodus 40:19 | En hij spreidde de tent uit over den tabernakel, en hij zette het deksel der tent daar bovenop, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:20 | Voorts nam hij, en legde de getuigenis in de ark, en deed de handbomen aan de ark, en hij zette het verzoendeksel boven op de ark. |
Exodus 40:21 | En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den voorhang van het deksel op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:24 | Hij zette ook den kandelaar in de tent der samenkomst, recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts. |
Exodus 40:26 | En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang. |
Exodus 40:28 | Hij hing ook het deksel van de deur des tabernakels. |
Exodus 40:29 | En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:30 | Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen. |
Leviticus 2:15 | En gij zult olie daarop doen, en wierook daarop leggen; het is een spijsoffer. |
Leviticus 5:11 | Maar indien zijn hand niet bereiken kan aan twee tortelduiven of twee jonge duiven, zo zal hij, die gezondigd heeft, tot zijn offerande brengen het tiende deel van een efa meelbloem ten zondoffer; hij zal geen olie daarover doen, noch wierook daarop leggen; want het is een zondoffer. |
Leviticus 6:10 | En de priester zal zijn linnen kleed aantrekken, en de linnen onderbroek over zijn vlees aantrekken, en zal de as opnemen, als het vuur het brandoffer op het altaar zal verteerd hebben, en zal die bij het altaar leggen. |
Leviticus 8:8 | Voorts deed hij hem den borstlap aan, en voegde aan den borstlap de Urim en de Thummim. |
Leviticus 8:9 | En hij zette den hoed op zijn hoofd; en aan den hoed boven zijn aangezicht zette hij de gouden plaat, de kroon der heiligheid, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 8:26 | Ook nam hij uit den korf van de ongezuurde [broden], die voor het aangezicht des HEEREN was, een ongezuurden koek, en een geolieden broodkoek, en een vlade; en hij legde ze op dat vet, en op den rechterschouder. |
Leviticus 9:20 | En zij legden het vet op de borsten; en hij stak dat vet aan op het altaar. |
Leviticus 10:1 | En de zonen van Aaron, Nadab en Abihu, namen een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk hij hun niet geboden had. |
Leviticus 20:5 | Zo zal Ik Mijn aangezicht tegen dien man en tegen zijn huisgezin zetten, en Ik zal hem, en al degenen, die hem nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het midden huns volks uitroeien. |