G3756 οὐ
nee, niet

Bijbelteksten

1 Johannes 5:12Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet.
1 Johannes 5:16Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal [God] bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, [zeg ik], die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve [zonde] zeg ik niet, dat hij zal bidden.
1 Johannes 5:17Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood.
1 Johannes 5:18Wij weten, dat een iegelijk, die uit God geboren is, niet zondigt; maar die uit God geboren is, bewaart zichzelven, en de boze vat hem niet.
2 Johannes 1:1De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend hebben;
2 Johannes 1:5En nu bid ik u, [uitverkoren] vrouwe, niet als u schrijvende een nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, [namelijk] dat wij elkander liefhebben.
2 Johannes 1:9Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon.
2 Johannes 1:10Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet.
2 Johannes 1:12Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond [met u] te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge zijn.
3 Johannes 1:4Ik heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.
3 Johannes 1:9Ik heb aan de Gemeente geschreven; maar Diotrefes, die onder hen zoekt de eerste te zijn, neemt ons niet aan.
3 Johannes 1:11Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet, heeft God niet gezien.
3 Johannes 1:13Ik had veel te schrijven, maar ik wil u niet schrijven met inkt en pen;
Judas 1:9Maar Michael, de archangel, toen hij met den duivel twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen [hem] voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u!
Judas 1:10Maar dezen, hetgeen zij niet weten, dat lasteren zij; en hetgeen zij natuurlijk, als de onredelijke dieren, weten, in hetzelve verderven zij zich.
Openbaring 2:2Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en [dat] gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;
Openbaring 2:3En gij hebt verdragen, en hebt geduld; en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid, en zijt niet moede geworden.
Openbaring 2:9Ik weet uw werken, en verdrukking, en armoede (doch gij zijt rijk), en de lastering dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge des satans.
Openbaring 2:11Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden.
Openbaring 2:13Ik weet uw werken, en waar gij woont; [namelijk] daar de troon des satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet verloochend, ook in die dagen, in welke Antipas Mijn getrouwe getuige was, welke gedood is bij ulieden, daar de satan woont.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech