H4940 מִשְׁפָּחָה
familie, clan, stam, volk

Bijbelteksten

Numeri 26:20Alzo waren de zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der Selanieten; van Perez het geslacht der Perezieten; van Zerah het geslacht der Zerahieten.
Numeri 26:21En de zonen van Perez waren: van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Hamul het geslacht der Hamulieten.
Numeri 26:22Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd.
Numeri 26:23De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: [van] Tola het geslacht der Tolaieten; van Puva het geslacht der Punieten;
Numeri 26:24Van Jasub het geslacht der Jasubieten; van Simron het geslacht der Simronieten.
Numeri 26:25Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd.
Numeri 26:26De zonen van Zebulon, naar hun geslachten, waren: van Sered het geslacht der Seredieten; van Elon het geslacht der Elonieten; van Jahleel het geslacht der Jahleelieten.
Numeri 26:27Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun getelden: zestig duizend en vijfhonderd.
Numeri 26:28De zonen van Jozef, naar hun geslachten, waren Manasse en Efraim.
Numeri 26:29De zonen van Manasse waren: van Machir het geslacht der Machirieten; Machir nu gewon Gilead; van Gilead was het geslacht der Gileadieten.
Numeri 26:30Dit zijn de zonen van Gilead: [van] Jezer het geslacht der Jezerieten; van Helek het geslacht der Helekieten.
Numeri 26:31En [van] Asriel het geslacht der Asrielieten; en [van] Sechem het geslacht der Sechemieten;
Numeri 26:32En [van] Semida het geslacht der Semidaieten; en [van] Hefer het geslacht der Heferieten.
Numeri 26:34Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden waren twee en vijftig duizend en zevenhonderd.
Numeri 26:35Dit zijn de zonen van Efraim, naar hun geslachten: van Sutelah het geslacht der Sutelahieten; van Becher het geslacht der Becherieten; van Tahan het geslacht der Tahanieten.
Numeri 26:36En dit zijn de zonen van Sutelah; van Eran het geslacht der Eranieten.
Numeri 26:37Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten.
Numeri 26:38De zonen van Benjamin, naar hun geslachten: van Bela het geslacht der Belaieten; van Asbel het geslacht der Asbelieten; van Ahiram het geslacht der Ahiramieten;
Numeri 26:39Van Sefufam het geslacht der Sufamieten; van Hufam het geslacht der Hufamieten.
Numeri 26:40En de zonen van Bela waren Ard en Naaman; [van] Ard het geslacht der Ardieten; van Naaman het geslacht der Naamieten.

Mede mogelijk dankzij